31. Plaats het hout altijd aan de voorzijde van de zaagtafel en duw het dan verder naar
achteren.
32. Bij verstekzagen gebruikt men enkel de regelbare geleider en verwijdert men de
langsgeleider.
33. Gebruik nooit de langsgeleider als lengtemaat bij het afkorten van balken.
34. Bij blokkage van het zaagblad: eerst het toestel uitschakelen voordat u het defect gaat
verhelpen.
35. Vermijd dat werkstukken in uw richting teruggeslagen worden door:
Steeds scherpe zaagbladen te gebruiken.
Niet zagen van te kleine werkstukken.
Nooit los laten van uw werkstuk voordat het volledig door de zaag is geduwd.
De geleider steeds paralel aan het zaagblad instellen.
Nooit de zaagbeveiliging wegnemen.
36. Zorg voordat u het zaagwerk hervat, dat u stevig staat en dat de handen in de gewenste
positie staan.
37. Gebruik nooit verdunningsmiddelen om de machine te reinigen. Gebruik voor het reinigen
enkel een vochtige doek.
38. Gebruik geen beschadigde of vervormde zaagbladen.
39. Vervang een versleten tafelinlegstuk.
40. Werk alleen met door de fabrikant aanbevolen zaagbladen.
41. Gebruik voor elke te zagen materiaalsoort het juiste zaagblad.
42. Sluit uw cirkelzaag tijdens het zagen altijd op een afzuiginstallatie aan.
43. Zorg dat het spouwmes altijd goed is afgesteld.
44. Stel de afscherming van het zaagblad altijd correct af.
45. Wees voorzichtig bij het maken van gleuven.
6.1
Voor gebruik, transportbeveiliging verwijderen:
Demonteer de bodemplaat door de 4 schroeven los te draaien.
Verwijder de transportbeveiliging onder de motor.
De handels voor hoogte- en gradeninstelling van het zaagblad bevinden zich in de
transportbescherming binnen in de machine.
Monteer de bodemplaat.
6.2
De machine onmiddelijk uitzetten bij:
Defecte netstekker, netsnoer of snoerbeschadiging.
Defecte schakelaar.
Oververhitting van de machine
Rook of stank van verschroeide isolatie.
6.3
Bij vervanging van snoeren of stekkers
Gooi oude snoeren of stekkers direct weg zodra ze door nieuwe exemplaren zijn vervangen.
Het is gevaarlijk om de stekker van een los snoer in het stopcontact te steken.
6.4
Bij gebruik van verlengsnoeren :
Gebruik als voeding voor dit apparaat steeds een onbelaste lijn en/of een verlengsnoer
met geleiders van minimaal 1,5mm², en beveiligd door een 16 A veiligheid. Let op dat dit
verlengsnoer niet langer is dan 20 meter.
Sluit uw apparaat en/of verlengsnoer alleen aan op een geaard stroomnet.
Dit apparaat kan geschakeld worden op het eenfasige net (230V~, 50Hz). Twijfelt u aan
de aard van de stroomvoorziening, raadpleeg dan eerst een electriciën).
Copyright © 2017 VARO
POWX221
P a g e
| 7
NL
www.varo.com