Inhoudsopgave
Advertenties
De printersoftware installeren
Nadat u de printer hebt aangesloten op de
computer, dient u de software te installeren die
met de printer wordt meegeleverd op de cd-rom
met printersoftware. Voer de onderstaande
stappen uit om de printersoftware te installeren.
Voor Windows
c
Let op:
Schakel alle antivirusprogramma's uit voordat
u de printersoftware installeert.
1. Zorg ervoor dat de printer uitstaat.
2. Plaats de cd-rom met printersoftware (deze
cd-rom is bij de printer geleverd) in de
cd-romlezer.
Opmerking:
Als het venster voor de taalkeuze verschijnt,
selecteert u de gewenste taal.
3. Klik op Ga door.
4. Selecteer uw printer.
5. Klik vervolgens op Installeer om de installatie
van de printersoftware te starten.
Opmerking:
Als een venster verschijnt waarin u een land of
regio moet opgeven, selecteer dan het land of de
regio van uw keuze.
6. Volg de instructies op het scherm.
Opmerking:
Als tijdens de installatie een bericht over
Windows-compatibiliteit verschijnt, klikt u op Toch
doorgaan om de installatie voor te zetten.
26
Voor Mac OS 9.x
c
Let op:
Schakel alle antivirusprogramma's uit voordat
u de printersoftware installeert.
1. Zorg ervoor dat de printer uitstaat.
2. Plaats de cd-rom met printersoftware (deze
cd-rom is bij de printer geleverd) in de
cd-romlezer.
3. Dubbelklik op het pictogram Mac OS 9.
Opmerking:
Als het venster voor de taalkeuze verschijnt,
selecteert u de gewenste taal.
4. Klik op Ga door.
5. Selecteer uw printer.
6. Klik vervolgens op Installeer om de installatie
van de printersoftware te starten.
7. Volg de instructies op het scherm.
Wanneer de software is geïnstalleerd en de
computer opnieuw is gestart, zet u de printer
aan.
De Kiezer (Chooser) gebruiken om de
printer te selecteren
Nadat u de printersoftware op uw computer hebt
geïnstalleerd, dient u de Kiezer (Chooser) te
openen en uw printer te selecteren. U moet een
printer selecteren wanneer u deze voor het eerst
in gebruik neemt en wanneer u een andere printer
wilt gebruiken. Uw computer gebruikt voor het
afdrukken altijd de printer die u het laatst hebt
geselecteerd.
1. Selecteer de Kiezer (Chooser) uit het
Apple-menu. Klik vervolgens op het
pictogram van uw printer en op de poort
waarop de printer is aangesloten.
2. Voor gebruikers van de USB-interface: klik op
het pictogram van uw printer en op de poort
waarop de printer is aangesloten. Voor
gebruikers van de IEEE1394-interface: klik op
het pictogram van uw printer en op de
FireWire-poort waarop de printer is
aangesloten.
Advertenties
Inhoudsopgave
