Gebruiksaanwijzing - OmniTens
Welke bijwerkingen kunnen optreden?
+
Verergering van de pijn:
vergroten. Om een toename van de pijn te voorkomen, moet vooral bij de eerste behan-
delingen een vrij lage stroomsterkte worden gebruikt en dient de behandeling niet langer
dan 30 minuten te duren.
+
Huidintoleranties:
elektrodegel of de stroompulsen zelf. In het geval van aanhoudende roodheid, een bran-
derig gevoel, jeuk of blaarvorming van de huid onder de elektroden of in het gebied van
de elektroden na de stimulatie, moet voorafgaand aan verdere stimulatie overlegd worden
met een arts. Lichte, niet-permanente rode verkleuring van de huid na stimulatie in het
gebied waar de elektroden zijn geplaatst, is normaal omdat stimulatie de bloedcirculatie
verbetert.
+
Spierpijn kan optreden als de spierstimulatie te intensief is en/of te lang heeft
Spierpijn:
geduurd. Om een verergering van pijn te voorkomen, moet een kortere en niet te inten-
sieve stimulatie worden toegepast, vooral bij de eerste behandelingen.
Gebruik van de OmniTens
Starten van de stimulatie
Verbind de elektroden met het apparaat, plak ze vast en schakel het apparaat in met de
knop
.
Een signaal geeft de Modus 'Gereed' aan.
Kies het gewenste programma door herhaaldelijk op de knop
Verhoog de intensiteit tot de gewenste waarde met de knop van het betreffende kanaal.
Regelen van de intensiteit
Met de knoppen
van het betreffende kanaal kunt u de sterkte van de stimulatie aanpassen
aan uw eigen persoonlijke gevoel.
Beëindigen van de stimulatie
Met de knop
wordt de stimulatie direct beëindigd.
Na het verstrijken van de tijd van de gekozen therapie, wordt de stimulatie automatisch
beëindigd.
Overmatig en langdurig gebruik van het apparaat kan de pijn
Huidintoleranties kunnen optreden als reactie op de elektroden, de
XP+
®
XP+
®
te drukken.
6