Het gemak van het kantelen van de rolstoel is in hoofdzaak afhankelijk van de positie van de zitting en daarmee van de positie van het zwaartepunt ten opzichte van de
achterwielen.
De juiste positie van de achterwielen is afhankelijk van veel en verschillende factoren, waaronder: het gewicht van de gebruiker, het type handicap en het vermogen om
de rolstoel te besturen.
Het bedrijf levert de rolstoel en de positie van de achterwielen (trim) volgens de aanwijzingen op het bestelformulier.
Om het kantelpunt te vinden moet er altijd een begeleider aanwezig zijn en deze moet net achter de rolstoel gaan staan om te voorkomen dat deze
volledig omvalt.
Om het kantelpunt van uw rolstoel te bepalen en dus de limieten te begrijpen waarbinnen uw bewegingen absoluut veilig zijn gaat u als volgt te werk:
Zit in uw rolstoel.
Beweeg vooruit met stevige grip op de achterwielleuningen.
Vervolgens zal met een lichte terugtrekking van de leuningen en het verschuiven van het lichaamsgewicht naar achteren de voorkant van de rolstoel omhoog komen.
Door nu uw lichaamsgewicht lichtjes heen en weer te bewegen en de duwleuningen naar voren en naar achteren te draaien, om het juiste zwaartepuntpositie te vinden en de rolstoel zwevend te houden, vindt u
het kantelpunt.
Als u een rugzak, een tas of een ander hoog voorwerp ophangt of haakt aan de duwhandgrepen, of in ieder geval aan het achterste deel van de rolstoel, kan deze gewichtstoename een
aanzienlijke variatie veroorzaken in het achterwaartse kantelpunt van de rolstoel met als gevolg het risico op kantelen.
OM KANTELEN TIJDENS NORMAAL GEBRUIK VAN DE ROLSTOEL TE VOORKOMEN RADEN WIJ AAN HET KANTELBESCHERMINGSSYSTEEM TE INSTALLEREN.