Onderhoud/Herstelling
7.
Buig de contactveer van de batterijhouder lichtjes naar u toe. Plaats de batterij licht-
jes schuin in de houder. Duw de batterij daarna in de correcte, rechte positie. Let op
de juiste positie van de polen (de plus-pool naar de binnenkant) !
Polariteit van de reservebatterij
8.
Sluit de voorste plaat van de besturingseenheid en schroef vast.
9.
Plaats het huis van de installatie terug.
10. Sluit de installatie aan op het net.
11. Zet de installatie aan. Herprogrammeer datum en uur (zie hoofdstuk 6.3.2.3).
12. Ontdoe u van de batterij op een milieuvriendelijke manier.
Controle en wisselen van de zekeringen
Benodigd werktuig:
Onderdeel:
Op het vaste gedeelte van de besturingseenheid zijn voor alle belangrijke bouwgroepen
zekeringen beschikbaar. Controleer bij het uitvallen van bepaalde werkingen eerst de ove-
reenkomstige zekering (pomp, thermostaat).
Controleer of vervang de zekeringen als volgt:
1.
Trek de stekker uit het stopcontact.
2.
Verwijder het huis van de installatie (zie hoofdstuk 7.1).
3.
Draai de schroeven (zie foto 8.3/2 (zie p. 37) van de besturingseenheid los met de
inbussleutel.
4.
Klap de voorste plaat van de besturingseenheid naar voor. De zekeringen zijn onder-
aan de besturingseenheid gemonteerd (zie volgende foto):
Foto 78.1/1:
Plaats van de zekeringen
40
• 1 sleufschroevendraaier ca. 5 mm
• 1 sleufschroevendraaier 10 mm
• 1 Inbussleutel Gr. 3
• Veiligheden voor zwakstroom,
waarden zie tabel