Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Werkstappen - Crane CENTER LINE RS Series Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

Afsluitkleppen serie RS
bijv. voorlasflenzen volgens EN 1092-1 type 11 met af-
dichtingslijst volgens vorm B1 en B2 of EN 1759-1 type
11 met afdichtingslijsten volgens vorm B of E. Over an-
dere flensvormen moet overleg worden gepleegd met
de fabrikant Xomox International GmbH & Co. OHG.
!
De activeringsinrichting is afgesteld voor de in de be-
stelling vermelde operationele gegevens: de instelling
van de eindaanslagen "OPEN" en "DICHT" mag zonder
toestemming van de fabrikant Xomox International
GmbH & Co. OHG niet veranderd worden.
Als – in het uitzonderingsgeval – een armatuur zonder
aandrijving gemonteerd moet worden, dan moet men
ervoor zorgen dat zo'n armatuur niet onder druk wordt
gezet. Als er achteraf een aandrijfeenheid gemonteerd
wordt, dan moet over draaimoment, draairichting, ac-
tiveringshoek en de instelling van de eindaanslagen
"OPEN" en "DICHT" overleg zijn gepleegd met de fabri-
kant Xomox International GmbH & Co. OHG. Misachting
van deze voorschrif ten zou gevaar voor de gebruiker
kunnen betekenen en schade in het buisleidingsys-
teem kunnen veroorzaken.
Armaturen met elektrische aandrijving: CENTERLI-
NE-afsluitkleppen van de serie RS moeten in beide
eindstanden wegafhankelijk uitgeschakeld worden. De
signalen bij reageren van de draaimomentschakelaar
moeten worden gebruikt voor de melding „Storing".
Meer informatie zie handleiding van de elektrische
aandrijving.

5.2 Werkstappen

Armatuur in de beschermende verpakking transporteren
naar de plaats van installatie en daar pas uitpakken.
Armatuur en aandrijving onderzoeken op transportscha-
de. Beschadigde armaturen of aandrijvingen mogen niet
worden ingebouwd.
Garanderen dat alleen armaturen worden ingebouwd,
waarvan drukklasse en soort en afmetingen van de aan-
sluiting overeenkomen met de operationele voorwaarden.
Zie typeplaatje aan de armatuur. De aansluitgegevens
voor de aandrijving moeten overeenkomen met de gege-
vens van de besturing. Zie typeplaatje aan de aandrijving.
Het typeplaatje resp. kenmerkingen aan de armatuur moe-
ten na inbedrijfstelling identificeerbaar blijven.
LEVENSGEVAAR
!
Er mag geen armatuur worden ingezet, waarvan het
toegelaten druk-/temperatuurbereik niet voldoende is
voor de operationele voorwaarden: dit toegelaten be-
reik is beschreven in hoofdstuk 2 <Doelmatig gebruik>.
www.cranecpe.com
4
met aandrijving
GEVAAR
Veronachtzaming van dit voorschrift betekent gevaar
voor lijf en leven en kan schade in het buisleidingsys-
teem veroorzaken.
De tegenflenzen moeten een binnenwerkse maat be-
zitten die voldoende plaats laat voor de geopende
klepschijf, opdat de klepschijf bij het eruit zwenken
niet beschadigd wordt. Dit komt overeen met de maat
"U" in de Xomox International GmbH & Co. OHG gege-
vensbladen <Afmetingen en gewichten>, zie hoofd-
stuk 9 <Informatie>.
Vóór de inbouw moeten de armatuur en de aanslui-
tende buisleiding zorgvuldig gereinigd worden van
vervuiling, met name van harde vreemde voorwerpen.
CENTERLINE-afsluitkleppen van de serie RS kunnen in
het algemeen onafhankelijk van de doorstroomrich-
ting, moeten echter vanaf DN 250 bij voorkeur met ho-
rizontaal liggende as ingebouwd worden.
AANWIJZING
!
Bij mediums met vaste stoffen wordt dringend aanbe-
volen om de afsluitklep in elk geval in te bouwen met
horizontaal liggende as. Als de vaste stoffen afzettingen
vormen moet de afsluitklep zo worden ingebouwd, dat
de onderste helft van de schijf opent in stroomrichting.
Bij het erin schuiven van de armatuur (en van de flens-
afdichtingen) in een reeds gemonteerde buisleiding
moet de afstand tussen de uiteinden van de buislei-
ding zo groot zijn, dat alle aansluitvlakken en de rub-
berelastische voering van de behuizing onbeschadigd
blijven. De spleet mag niet groter zijn dan noodzake-
lijk, om bij de inbouw geen extra spanningen in de
buisleiding te genereren.
OPGELET
!
De kleppen moeten met gesloten klepschijf in de spleet
tussen de uiteinden van de buisleiding worden gescho-
ven: anders zou de klepschijf beschadigd kunnen wor-
den en de armatuur wordt niet meer dicht.
GEVAAR
!
Afsluitkleppen
met
aandrijving
OPEN": Voor de inbouw in een bestaande buisleiding
moet de geopende klepschijf met stuurmedium geslo-
ten en in helemaal gesloten toestand in de leiding ge-
schoven en vastgeschroefd worden. Het moet gegaran-
deerd zijn dat voor de duur van het inbouwproces een
voeding met stuurmedium bij volle regeldruk voor het
sluiten van de afsluitklep beschikbaar is. Als dit niet ge-
garandeerd is moet een stuk buisleiding gedemonteerd
worden, opdat de klep in geopende stand kan worden
ingebouwd.
„Veiligheidsstand

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave