Uitgaande e-mail configureren
U moet de uitgaande e-mail configureren als u de functies Waarschuwingen of AutoSend wilt gebruiken.
1.
Verzamel de volgende informatie. (Doorgaans beschikt uw netwerk- of e-mailbeheerder over de
benodigde informatie voor het configureren van uitgaande e-mail.)
●
Het TCP/IP-adres van de SMTP-server (Simple Mail Transfer Protocol) op uw netwerk. De
EWS gebruikt het TCP/IP-adres van de SMTP-server voor het doorsturen van e-mailberichten
naar andere computers.
●
Het suffix van de e-maildomeinnaam dat wordt gebruikt voor e-mailberichten binnen uw
organisatie.
2.
Schakel het selectievakje Uitgaande e-mail inschakelen in.
3.
Voer het TCP/IP-adres van de SMTP-server in het tekstvak SMTPServer in.
4.
Typ de domeinnaam in het tekstvak Domeinnaam.
5.
Klik op Toepassen om de wijzigingen op te slaan.
Het retour-e-mailadres configureren
Als u het retour-e-mailadres configureert op de pagina E-mailserver, configureert u de identiteit van
het product. Als u bijvoorbeeld iemand typt in het veld Gebruikersnaam en uw.bedrijf.com in het
veld Domeinnaam, zijn alle e-mails die door het product worden verzonden, afkomstig van
iemand@uw.bedrijf.com. In dit voorbeeld is iemand@uw.bedrijf.com de identiteit van het
product.
NLWW
E-mailserver
31