Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Controles Tijdens Het Duiken - INTERSPIRO DIVATORRS4 Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

3.
Open langzaam de cilinderafsluiter en observeer de manometer. Controleer of de
indicator normaal en soepel beweegt. Als de indicator onregelmatig of helemaal niet
beweegt, is de manometer defect. Wanneer de cilinderafsluiter volledig open is, sluit
deze dan een kwartslag.
4.
Controleer de manometer om te zien of er voldoende luchtdruk in de cilinder is voor de
geplande duik. Interspiro beveelt aan dat de cilinder vol is voor elke duik.
5.
Druk op de inflatorknop op de BC inflator om ervoor te zorgen dat de BC luchtkamer
wordt opgeblazen. Druk op de afblaasknop de inflator om ervoor te zorgen dat de
lucht uit de BC luchtkamer wegloopt.
6a. Als een primaire ademhalingsautomaat met overdruk wordt gebruikt, zorg er dan
voor dat de overdrukhendel in open stand is. Controleer of er een sterke stroom lucht
hoorbaar is. Zet de overdrukhendel terug naar gesloten positie.
6b. Als een primaire ademhalingsautomaat zonder overdruk wordt gebruikt, druk dan op
de ontluchtingsknop op de ademhalingsautomaat. Controleer of er een sterke stroom
lucht hoorbaar is. Laat de ontluchtingsknop los.
7.
Als een octopus ademhalingsautomaat samen met de primaire ademhalingsautomaat
wordt gebruikt, druk dan op de ontluchtingsknop op de octopus ademhalingsautomaat.
Controleer of er een sterke stroom lucht hoorbaar is. Laat de ontluchtingsknop los. Sluit
de vergrendelingshendel tegen de klepbehuizing.
8.
Test het hele systeem op lekkage met de volgende stappen.
Sluit de cilinderafsluiter.
Wacht één (1) minuut.
Luister naar lekkage.
Open de cilinderafsluiter en houd de manometer in de gaten.
Controleer of de indicator niet meer dan 10 Bar (145 Psi) stijgt.
VOORZICHTIG! ALS DE LEKKAGE GROTER IS DAN DE OPGEGEVEN WAARDE, ALS EEN ANDERE LEKKAGE
WORDT GEVONDEN OF ALS IS VASTGESTELD DAT DE APPARATUUR DEFECT OF BESCHADIGD IS, MOET DE
APPARATUUR WORDEN GEREPAREERD DOOR EEN INTERSPIRO GECERTIFICEERDE TECHNICUS.
9.
Sluit de cilinderafsluiter.
10. Controleer of de manometer indicator gelijkmatig beweegt terwijl het systeem wordt
ontlucht door op de ontluchtingsknop te drukken (of door de ontluchtingsknophendel te
openen) op de ademhalingsautomaat.

CONTROLES TIJDENS HET DUIKEN

1.
Controleer de manometer herhaaldelijk om het luchtverbruik in de gaten te houden.
Beëindig de duik met voldoende luchtdruk om veilig naar de oppervlakte te kunnen
terugkeren of naar het beginpunt van de duik.
2.
Controleer op lekken of abnormaal gedrag van de RS4 reduceereenheid (uit het
antivriesapparaat ontsnappen af en toe kleine bubbels en zijn te verwachten bij het
stijgen, dit is gewoon).
3.
Controleer of optionele apparatuur gemonteerd op de RS4 reduceereenheid kan
worden bereikt en beheerd.
4.
Als een DP1 oppervlakteluchttoevoer samen met de RS4 reduceereenheid wordt
gebruikt, controleer dan of er geen lucht wordt opgebruikt van de versleten cilinder. Zie
de gebruikershandleiding van de
WAARSCHUWING: WANNEER WORDT GEDOKEN MET DE RS4 REDUCEEREENHEID, KAN DE DUIKER ALLEEN
WORDEN GEATTENDEERD OP LAGE LUCHTDRUK DOOR HERHAALDELIJK DE DALING VAN DE DRUK VAN DE
MANOMETER TE CONTROLEREN.
12
DP1 oppervlakteluchttoevoer voor meer informatie.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave