Inhoudsopgave
Advertenties
Lees alles goed door om vertrouwd te raken met dit voertuig. Let vooral op de tekst onder NB, Pas op en Waarschuwing.
mum aanbevolen bandenspanning. Dompel de band onder in water
om het lek te zoeken en markeer het lek met krijt. Breng de banden-
plug in overeenkomstig de specificatie van de fabrikant.
Om de kans op ernstig letsel te
reduceren, dient u tijdens de mon-
tage/demontage de machine te ver-
ankeren aan de ondergrond. Draag AI/CE goedgekeurde
persoonlijke beschermmiddelen bij de montage/demontage.
Indien de band gemonteerd/gedemonteerd moet worden, moeten de
instructies van de fabrikant van de bandenwisselapparatuur worden
opgevolgd, om de kans op ernstig letsel te reduceren. Zorg ervoor dat
de band correct om de velg komt. De pijl op de band geeft de draairich-
ting aan bij voorwaarts rijden.
Wielmontage
Om de kans op beschadiging van
compon enten te redu ceren , de
wielmoeren met niet meer dan 85 ft. lbs. (115 Nm)
aanhaalmoment aanhalen.
Het is belangrijk de wielmoeren kruislings aan te
halen bij de montage. Dit zorgt ervoor dat het wiel
gelijkmatig tegen de naaf aanligt.
Met de ventielsteel naar de buitenkant het wiel met de wielmoeren op
de naaf monteren. Zorg ervoor dat het wiel correct op de naaf komt,
waarbij de pijl de draairichting aangeeft wanneer voorwaarts gereden
worden. Draai de wielmoeren kruislings met de hand aan (Zie Fig. 17
op pagina 3-24). Haal de wielmoeren met 50 - 85 ft. lbs. (70 - 115 Nm)
kruislings aan in stappen van 20 ft. lbs. (30 Nm).
INFORMATIE OVER BEDIENING EN ONDERHOUD
VERVANGEN VAN GLOEILAMPEN
Voor voertuigen met koplampen in de beplating gemonteerd, dient u de
twee bouten aan de achterkant van de beplating op te sporen die de
koplamp op zijn plaats houden (Zie Fig. 18 op pagina 3-24). Verwijder
de bouten, trek de koplamp eruit en haal de kabels los. Sluit de kabels
aan op de nieuwe koplamp, monteer deze in de beplating en zet hem
vast met de bouten die tevoren verwijderd werden.
Om de gloeilamp in de richtingaanwijzers te vervangen moet het huis
van de richtingaanwijzer aan de achterkant van de beplating onderste-
und worden, terwijl twee bouten die het glas op zijn plaats houden, eruit
gedraaid worden (Zie Fig. 18 op pagina 3-24). Monteer de nieuwe
gloeilamp en zet het glas terug.
Om de gloeilamp van de achterlichten en remlicht te vervangen, de
rubber strip van de rand van het achterlicht wegrollen en het glas ver-
wijderen (Zie Fig. 19 op pagina 3-25). Monteer de nieuwe gloeilamp en
plaats het glas terug.
Voorkant
van het voertuig
Fig. 17 Wielmontage
'Kruislings'
1
3
2
4
Het bandtype kan afwijken
3-23
Advertenties
Inhoudsopgave
