7.3
KABELTEST
Uitvoering van een Kabeltest
1. Voer de gegevens van het testobject in (§6.1.1)
2. Selecteer de Testinstelling (§6.1.2 )
"KL 1 KAB 0.7 Ohm" voor kabels tussen 20-25
mtr en "KL 1 KAB 1.0 Ohm" voor kabels > 40 mtr.
3. Voer de gegevens in voor Locatie (§6.1.3), Afdeling
(§6.1.4) en Testperiode (§6.1.5).
4. Start de test met OK (F4):
A. Visuele inspectie (§8.1):
− Controleer de behuizing en snoeren volgens
§8.1
B. Weerstand beschermingsleiding (§8.2.1):
Voer de volgende handelingen uit:
− Sluit de te testen Kabel aan op de EazyPAT
− Sluit het testsnoer aan op de
testsnoeraansluiting
− Sluit de krokodillenklem aan op de
aardaansluiting van de Kabel / Haspel.
− Na goedkeur van de visuele controle wordt
gelijk de weerstand beschermingsleidingtest
gestart..
C. Isolatieweerstandstest (§8.2.2):
− Start de test met de
D. Vervangende lekstroomtest (§8.2.3):
− Direct aansluitend op de Isolatieweerstandstest
wordt de vervangende lekstroomtest uitgevoerd.
5. Einde van de test (§6.1.7):
− Zie (§6.1.7): Einde van de test.
toets.
76
Rev 002