Enveloppen plaatsen
Schuif de papiergeleiders (A) open en plaats de enveloppen in het midden van
(3)
de achterste lade MET DE ADRESZIJDE NAAR U TOE GERICHT.
De gevouwen klep van de envelop bevindt zich naar beneden gericht aan de linkerzijde.
Er kunnen maximaal 10 enveloppen tegelijk worden geplaatst.
(4)
Schuif de papiergeleiders (A) tegen de zijkanten van de enveloppen aan.
Schuif de papiergeleiders niet te hard. De enveloppen worden dan misschien niet goed ingevoerd.
(B) Achterzijde
(C) Adreszijde
Opmerking
Plaats de enveloppen niet hoger dan de markering van de maximumcapaciteit (D).
3.
Geef de instellingen op met het printerstuurprogramma.
(1)
Selecteer Envelop (Envelope) bij Veelgebruikte instellingen (Commonly Used
Settings) op het tabblad Snel instellen (Quick Setup).
Selecteer DL Env. of Comm. Env. #10 in het venster Envelopformaat instellen
(2)
(Envelope Size Setting).
(3)
Selecteer Liggend (Landscape) in Afdrukstand (Orientation).
Belangrijk
Als u het envelopformaat of de afdrukstand niet correct opgeeft, wordt het adres
ondersteboven of 90 graden gedraaid afgedrukt.
Opmerking
Als ondersteboven is afgedrukt, opent u het printerstuurprogramma. Selecteer Envelop
(Envelope) in Veelgebruikte instellingen (Commonly Used Settings), selecteer vervolgens het
Pagina 35 van 489 pagina's