Instellingen voor cartridges opgeven in de printersoftware
Installeer eerst de inktcartridges voor u de instellingen opgeeft in de printersoftware. Zie "Cartridges
installeren" op pagina 34 voor meer informatie.
1
Als u de cartridges hebt geïnstalleerd, dubbelklikt u op de map van de Z600 Series printer
op het bureaublad en dubbelklikt u vervolgens op het Z600 Series Hulpprogramma om het
printerhulpprogramma te openen. U kunt het Z600 Series Hulpprogramma ook openen vanuit
Printerservices in het dialoogvenster Afdrukken.
2
Klik op Cartridge installeren/vervangen op het tabblad Cartridges.Installeer de cartridges
volgens de instructies op het scherm.
3
Klik op Doorgaan.
Het dialoogvenster Cartridges controleren wordt weergegeven.
4
Selecteer de artikelnummers van de cartridges die u wilt installeren.
5
Selecteer Ja, deze is oud als u de cartridge eerder hebt gebruikt of Nee, deze is nieuw als
u de cartridge voor het eerst gebruikt.
Opmerking: als een eerder gebruikte cartridge wordt aangeduid als nieuwe cartridge, wordt in
Hulpprogramma wellicht onjuiste informatie over de inktvoorraad weergegeven.
6
Klik op OK.
Inktcartridges uitlijnen
Gewoonlijk hoeft u de cartridge alleen uit te lijnen als u een cartridge hebt geïnstalleerd of
vervangen. Mogelijk moet u ook in de volgende gevallen de cartridges uitlijnen:
•
tekens zijn niet goed afgedrukt of verkeerd uitgelijnd langs de linkermarge;
•
verticale rechte lijnen zijn met golvingen afgedrukt.
U lijnt als volgt de cartridges uit:
1
Plaats papier in de printer.
2
Dubbelklik op de map van de Z600 Series printer op het bureaublad en dubbelklik
vervolgens op Z600 Series Hulpprogramma om het printerhulpprogramma te openen.
U kunt het Z600 Series Hulpprogramma ook openen vanuit Printerservices in het
dialoogvenster Afdrukken.
3
Klik op Cartridges uitlijnen op het tabblad Cartridges.
Het dialoogvenster Cartridges uitlijnen wordt weergegeven.
4
Klik op Doorgaan.
Instellingen voor cartridges opgeven in de printersoftware
36