3. Opstellen
Plaats het apparaat niet in direct zonlicht en ook niet naast een verwarming of
dergelijke.
LET OP: Het apparaat moet aan de achterzijde voldoende ruimte hebben (min. 10
cm) om de geproduceerde warmte af te voeren.
Bodemoneffenheden zijn met de stelpoten compenseren.
Het apparaat moet horizontaal en verticaal uitgelijnd worden. Wanneer het
apparaat schuin staat, kan de body van het apparaat vervormen en tevens zorgt dit
ervoor dat de deur niet meer goed sluit.
Electrische aansluiting
Het apparaat uitsluitend met wisselstroom gebruiken.
De toelaatbare spanning en frequentie staan op het typeplaatje genoteerd. Deze is te
vinden aan de rechter binnenkant van het apparaat.
Het stopcontact moet correct geaard en elektrisch beveiligd zijn. De uitschakelstroom
van de zekering moet tussen 10 A en 16 A liggen.
Het apparaat niet door middel van een verlengkabel of aftakcontactdoos aansluiten.
Gebruik geen omvormer (omzetten van gelijkstroom naar wisselstroom) of
spaarstekker. Dit kan beschadeging aan electronische componenten opleveren.
6