Leveringsomvang, montage, elektrische installatie, montage en
installatie van temperatuurvoelers, demontage
Demontage
GEVAAR!
Levensgevaar door elektrische stroom!
De elektrische installatie mag enkel door
gekwalificeerde elektromonteurs worden uitgevoerd.
Schakel de installatie spanningsvrij en beveilig deze
te- gen inschakelen, alvorens u het toestel opent!
Demontage van de bufferbatterij
ATTENTIE
Alvorens de verwarmings- en warmtepompenregelaar
wordt gerecycled, dient de bufferbatterij van de
hoofdprintplaat te worden verwijderd. De batterij/accu
kan met een schroevendraaier uit de houder worden
verwijderd. Breng de batterij/accu en alle elektronische
onderdelen gescheiden in de recycling.
Software-update
Op een apparaat met softwareversie ≥ V2.63 mag geen software-
versie < V2.63 meer worden geïnstalleerd.
Inbedrijfstelling / eerste inschakeling
Bij de eerste inschakeling verschijnt eerst de taalkeuze.
Selecteren van de displaytaal: Deel 1 van de
gebruiksaanwijzing voor de verwarmings- en
warmtepompregelaar, sectie "Basisinformatie over de
bediening".
Daarna verschijnt het volgende scherm:
Figuur 1
De mededeling verschijnt altijd bij het inschakelen van de regelaar
of bij het overschakelen naar het standaard-menu. Als de
warmtepomp of de ZWE1 meer dan 10 uur hebben, wordt dit
scherm niet meer weergegeven.
Zolang de mededeling niet met OK wordt bevestigd, wordt geen
ZWE (tweede warmteopwekker) door de regelaar vrijgegeven
Figuur 2
ATTENTIE
Tijdens een koude start bij lucht-waterwarmtepompen is
geen warmteopwekker actief.
Bij het inschakelen van de regelaarsspanning verschijnt bij
ThermoAura® het volgende:
Figuur 1
Figuur 2
Na het verdwijnen van deze mededeling kan het apparaat zoals
voorgeschreven worden bediend. Anders dient de 3-polige leiding
voor de BUS-verbinding te worden gecontroleerd.
Daarna verschijnt het volgende scherm:
Figuur 3
OPMERKINGEN
De opwarmfase totdat de compressor start kan bij de
inbedrijfstelling van lucht/water warmtepompen
meerdere uren duren.
OPMERKINGEN
Bij de ThermoAura® warmtepompen is de toevoerleiding
uitgerust met een doorstroombewaking. Indien de
doorstroming niet in orde is, start de warmtepomp niet
Figuur 4
en wordt er geen foutmelding weergegeven. Controleer
dan de ingang ASD, staat deze niet op AAN, dan is de
doorstroming te laag.
Zie paragraaf »Ingangen oproepen«
Meer informatie: zie 'IBN-Assistent' en 'Parameters
IBN-Assistent reset'.
Figuur 5
7