5.5.1
Bedieningsterminal
AmaTron 4
FT-P1502 BAG0237.2 07.22
Maximaal toegelaten druk in de olieretourleiding: 5 bar
De olieretourleiding daarom niet op de tractorregeleenheid aansluiten,
maar op een drukloze olieretourleiding met grote steekkoppeling.
WAARSCHUWING
Voor de olieretour alleen leidingen DN16 gebruiken en korte re-
tourtrajecten kiezen.
Hydraulische installatie alleen onder druk zetten als de vrije te-
rugloop correct gekoppeld is.
De meegeleverde koppelmof installeren op de drukloze olieretourlei-
ding.
Via de bedieningsterminal volgt:
•
invoer van de machinespecifieke gegevens.
de gegevens van de opdracht invoeren;
•
de aansturing van de veldspuit voor het veranderen van de do-
•
sering bij het spuiten.
•
bediening van alle functies aan de spuitbomen.
•
bediening van de speciale functies.
de bewaking van de veldspuit tijdens het spuiten.
•
De bedieningsterminal slaat de gegevens voor een gestarte opdracht
op.
Zie de handleiding van de software ISOBUS.
Opbouw en werking van de basismachine
AmaPad 2
41