1. Schakel de Wi-Fi-netwerkverbinding van de router in.
2. Selecteer het WiFi-netwerk waarmee u verbinding wilt maken in de lijst.
U kunt het informatiepictogram
informatiepictogram naast het WiFi-netwerk selecteren om informatie over het
informatiepictogram
netwerk te bekijken.
3. Voer het wachtwoord voor het netwerk in het wachtwoordveld (Password) in.
4. Selecteer Verbinding maken.
Een WiFi-netwerk handmatig toevoegen
U kunt verbinding maken met een netwerk dat niet in de lijst staat maar wel binnen bereik is, bijv.:
een verborgen WiFi-netwerk (WiFi-netwerk dat zijn SSID niet uitzendt).
1. Selecteer Add network (Netwerk toevoegen).
2. Voer de naam van het WiFi-netwerk (SSID) in het veld Network name (Netwerknaam) in.
3. Selecteer het beveiligingstype in de keuzelijst Security (Beveiliging).
4. Voer het wachtwoord voor het netwerk in het veld Password (Wachtwoord) in.
5. Selecteer Verbinding maken.
Een opgeslagen WiFi-netwerk vergeten
Zodra de router verbinding maakt met een WiFi-netwerk, worden de gegevens automatisch
opgeslagen, zodat de router iedere keer dat het netwerk binnen bereik is verbinding kan maken.
Als u in de toekomst geen verbinding meer wilt maken met dit WiFi-netwerk, kunt u het netwerk
'vergeten'.
1. Selecteer het informatiepictogram naast het opgeslagen WiFi-netwerk om de netwerkinformatie
weer te geven.
2. Selecteer Forget network (Netwerk vergeten).
U kunt automatische netwerkverbinding ook uitschakelen door Connect automatically (Automatisch
verbinden) in het informatievenster uit te schakelen.
Het toegangspunt van de router instellen
Volg de onderstaande stappen om het toegangspunt van de router in te stellen.
Ga naar de pagina Router access point (Router-toegangspunt): Basic settings (Basisinstellingen) >
Router access point (Router-toegangspunt).
1. Schakel het toegangspunt van de router in.
Bediening
45