3. Aanbouw en installatie
Voer de werkstappen in de onderstaande volgorde uit:
u
Een geschikte plaats in de cabine van de tractor (in het blikveld van de bestuurder) selecteren,
waarop u de bedieningsunit bevestigt.
u
De bedieningsunit met de apparaathouder in de cabine van de tractor bevestigen.
u
De bedieningsunit op de 7-polige contactdoos of op de rijsnelheidssensor aansluiten (naargelang
de uitvoering).
u
De bedieningsunit met de 39-polige machinekabel op de stelmotoren van de machine aansluiten.
u
De bedieningsunit op de 3-polige stekkerverbinding aan de stroomvoeding van de tractor
aansluiten.
3.3.1
Overzichten van de aansluitingen op de tractor
Standaard
[1]
Seriële
stekkerverbinding
[2]
Optie: Y-kabel (V24 RS232-interface voor
geheugenmedium)
[3]
Aansluiting voor 39-polige machinestekkers
(achterkant)
26
interface
RS232,
5902667
8-polige
[4]
7-polige stekkerverbinding conform DIN
9684
[5]
Accu
[6]
3-polige
DIN 9680/ISO 12369
[7]
Optie: GPS-kabel en ontvanger
stekkerverbinding
conform
QUANTRON-A AXIS/MDS