5
Geef de pincode op het toegangspunt op en druk op de
startknop.
›
Statische IP-instellingen opgeven
1
Open in de standby-stand de lijst met applicaties en selecteer
Instellingen → Wi-Fi.
2
Selecteer een netwerk en schakel het selectievakje naast
Geavanceerde opties weergeven in.
3
Selecteer de keuzelijst
4
Statisch.
Selecteer
5
Wijzig de IP-instellingen voor het toegangspunt, zoals het
IP-adres, de lengte van het voorvoegsel van het netwerk, de
gateway en de DNS-instellingen.
6
Verbinden.
Selecteer
Wi-Fi Direct
Hier vindt u informatie over het gebruik van de functie WLAN
Direct voor een verbinding tussen twee apparaten via een WLAN
zonder dat u daarbij een toegangspunt nodig hebt.
›
Uw toestel verbinden met een ander WLAN-
toestel
1
Open in de standby-stand de lijst met applicaties en selecteer
Instellingen → Meer... → Wi-Fi Direct.
2
Uit naast Wi-Fi Direct en selecteer vervolgens OK.
Selecteer
3
Scannen.
Selecteer
4
Selecteer een apparaat.
Zodra de eigenaar van het andere toestel de verbinding
accepteert, hebben de toestellen verbinding met elkaar.
›
Gegevens verzenden via een WLAN
1
Selecteer een bestand of item, zoals een notitie, mediabestand
of webadres, in de desbetreffende applicatie of in Mijn
bestanden.
IP-instellingen.
Connectiviteit
139