Inbedrijfstelling
5
Inbedrijfstelling
Controleer het oliepeil voor de inbedrijfstelling [⇨ 19]!
5.1
Aandrijving door elektromotor (type E)
5.1.1
Machines met 230 V motor
De machine mag alleen worden gebruikt op stroomgroepen met een 30 mA FI-
veiligheidschakeling.
Werkzaamheden aan de elektrische apparatuur mogen alleen door elektrotechnische
vakmensen worden uitgevoerd.
1. De machine aansluiten op het stroomnet:
– Netspanning 230 V (50 Hz)
– Zekering 16 A
– Als toevoerleiding moet een kabel met een diameter van minstens 2,5 mm² gebruikt
2. De schakelaar in de AAN-stand draaien.
1
1
5.1.2
Machines met 400 V motor
1. De machine aansluiten op het stroomnet:
– Netspanning 400 V (50 Hz)
– Zekering 16 A
– Als toevoerleiding moet een kabel met een diameter van minstens 2,5 mm² gebruikt
2. De schakelaar in de AAN-stand draaien.
– Let op de draairichting van de elektrische motor (zie pijl op de motor).
Bij verkeerde draairichting van de motor:
▪ In de stekker van de schakelaar zit een faseverschuiver waarmee u de draairichting van
de motor kunt veranderen (het plaatje in de stekker met een schroevendraaier indrukken
en 180˚ draaien).
14
worden.
Nul
worden.
2
2
Aan