3.1.4 Display
Het beeldscherm‐menu beheert de instellingen van de achtergrondverlichting. De
omgevingslicht sensor detecteert de hoeveelheid licht en past daar automatisch de
achtergrondverlichting op aan van het scherm.
Indien de optie Automatic brightness aan staat zal het instrument automatisch de
hoeveelheid achtergrondverlichting aanpassen aan de huidige licht situatie. Minimum en
maximum Brightness stellen de limieten in. Door de tijden van het helder of donkerder
worden in te stellen kan de snelheid worden aangepast waarmee de achtergrondverlichting
aangepast moet worden. Indien een handmatige instelling is gewenst voor de helderheid
moet automatic brightness uit gevinkt worden en kan het manueel ingesteld worden.
Het is aanbevolen om automatische helderheid altijd aan te zetten. Het reduceren
van de achtergrondverlichting betekent een energiebesparing.
3.1.5 Fil
es and Transfer
Het menu Bestanden en overdracht wordt gebruikt om keerpunten, luchtruim en vliegveld
databases in te voeren.
3
.1.5.1 Uploaden van Luchtruim en Keerpunten
Databases kunnen via de SD‐kaart of de USB‐stick word
Selecteer het juiste soort bestand en druk vervolgens op SELECT.
Gebruikershandleiding LX 8000 versie 2.3
en overgebracht naar de LX 8000.
21