Inhoudsopgave
Advertenties
Bedieningselementen en functies
Projector
1
2
1.
Focusring
Hiermee past u de scherpstelling van het
geprojecteerde beeld aan. Zie
beeldformaat en de helderheid fijn
afstellen" op pagina 32
2.
Zoomring
Hiermee past u de grootte van het beeld
aan. Zie
"Het beeldformaat en de
helderheid fijn afstellen" op pagina 32
voor details.
3.
POWER (Power-lampje)
Brandt of knippert als de projector wordt
gebruikt. Zie
voor details.
4.
MENU/exit
Hiermee schakelt u het schermmenu
(OSD) in.
Hiermee gaat u terug naar het vorige
schermmenu (OSD), sluit u het menu en
slaat u de menu-instellingen op.
Zie
"De menu's gebruiken" op pagina 47
voor details.
12
Inleiding
3
4
5
7
"Het
voor details.
"Indicatoren" op pagina 59
6
5.
I
Stroom
I
De projector in- of uitschakelen.
Zie
"Opstarten" op pagina 27
"De projector uitschakelen" op pagina 43
voor details.
6.
BLANK
Hiermee kunt u de schermafbeelding
verbergen. Druk op een willekeurige knop
op de projector of op de
afstandsbediening om het beeld opnieuw
weer te geven. Zie
op pagina 40
7.
Links /
Start de FAQ-functie. Zie
uitschakelen" op pagina 43
8.
Keystone/pijltoetsen
(
/
Hiermee corrigeert u handmatig de
vervormde beelden die door de
projectiehoek worden veroorzaakt.
Zie
"Keystone corrigeren" op pagina 32
voor details.
10
11
8
12
9
13
14
8
en
"Het beeld verbergen"
voor details.
"De projector
voor details.
Omhoog,
/
Omlaag)
Advertenties
Inhoudsopgave
