De slag van het regelventiel wordt als draai-
beweging via de stift (1.1) en de hefboom (1)
naar het magneetsysteem (2) van de stand-
melder overgedragen. Daardoor verandert
het magneetveld en dus de spanning in de
volgens het HALL-effect werkende sensor (2).
De nageschakelde elektronica vormt deze
spanning om in een stroomsignaal van
4...20 mA.
2
2.1
8
2.1
Slag
Fig. 2 ⋅ Schema
2
1.1
1
20
3
4
Zero
Voor de instelling van het nulpunt en het be-
reik beschikt de standmelder over 4 micro-
schakelaars voor de voorinstelling en 2 po-
tentiometers voor de fijninregeling. Via een
180° verdraaibare connector kan de uit-
gangskarakteristiek van de standmelder wor-
den omgedraaid. Daardoor kan de gesloten
stand naar keuze worden gesignaleerd door
de waarde 4 mA of 20 mA.
1
Hefboom voor ventielslag
1.1 Overdrachtsstift
2
Magneetsysteem
2.1 Sensor met temperatuurmeet-
weerstand
3
Meetversterker
4
Schakelaar en potmeter voor
grof en fijninregeling ZERO
5
Schakelaar en potmeter voor
Slag
grof- en fijninregeling SPAN
6
Eindtrap
7
Constante spanningsbron
8
Constante stroombron
7
5
6
Span
+
24 V
_
A