parameter
protocolpauzetimer
(minuten)
type NSA-pauze
• Standaard NSA-
pauze: de HeartStart
voert geen
ritmeanalyse uit
tijdens de NSA-
pauze.
• SMART NSA-pauze:
de HeartStart voert
achtergrond-
bewaking uit tijdens
de SMART NSA-
pauze. Als er een
mogelijk schokbaar
ritme wordt
aangetroffen,
beëindigt de
HeartStart de
SMART NSA-pauze
en hervat hij de
ritme-analyse.
instellingen
standaard
0,5, 1,0, 1,5,
2,0, 2,5, 3,0
SMART NSA-
pauze
standaardbeschrijving
2,0
Er start automatisch een protocol-
pauze voor reanimatie van twee
minuten nadat er een gesproken
instructie is gegeven na voltooiing van
een schokserie. Na de protocol-pauze
hervat de defibrillator de analyse van
het ritme.
Als de gebruiker op de blauwe i-knop
drukt voor optionele reanimatie-
begeleiding, biedt de HeartStart
begeleiding gedurende 5 reanimatie-
cycli, beginnend en eindigend met
compressies, als de parameters voor
reanimatie-begeleiding eveneens op
de standaardwaarden zijn ingesteld.
Het aantal reanimatiecycli varieert
voor andere instellingen van de
parameters voor protocolpauze-
timer en reanimatiebegeleiding.
NB: omdat de protocolpauze eindigt bij
voltooiing van een reanimatiecyclus
teneinde een zo groot mogelijk effect van
de reanimatie te verkrijgen, kan de
feitelijke duur van de pauze enigszins
afwijken van de timerinstelling.
Tijdens een SMART NSA-pauze voert
de defibrillator tijdens de pauze
achtergrondbewaking uit. Als er een
mogelijk schokbaar ritme wordt
aangetroffen bij een onbeweeglijke
patiënt, beëindigt de defibrillator de
SMART NSA-pauze en hervat hij de
ritmeanalyse.
NB: Als de HeartStart detecteert dat er
reanimatie wordt uitgevoerd of als de
hulpverlener op de i-knop voor
reanimatiebegeleiding heeft gedrukt,
wordt de SMART NSA-pauze omgezet in
een standaard NSA-pauze. Tijdens de
standaard NSA-pauze voert de
defibrillator geen ritmeanalyse uit.
F-3
F