Inhoudsopgave
Advertenties
Beschrijving van de keuze:
Stel de uitgangsfrequentie (F1) in voor de eerste
uitgangsspanning (U1), parameter 423 U1 spanning.
425 U2 spanning
(U2 SPANNING)
Waarde:
0,0-999,0 V
Functie:
Zie parameter 423 U1 spanning.
Beschrijving van de keuze:
Stel de uitgangsspanning (U2) in voor de tweede
uitgangsfrequentie (F2), parameter 426 F2 frequentie.
426 F2 frequentie
(F2 FREQUENCY)
Waarde:
Par 424 F1 frequentie - par. 428 F3 frequentie
Functie:
Zie parameter 423 U1 spanning.
Beschrijving van de keuze:
Stel de uitgangsfrequentie (F2) in voor de tweede
uitgangsspanning (U2), parameter 425 U2 spanning.
427 U3 spanning
(U3 VOLTAGE)
Waarde:
0,0-999,0 V
Functie:
Zie parameter 423 U1 spanning.
Beschrijving van de keuze:
Stel de uitgangsspanning (U3) in voor de derde
uitgangsfrequentie (F3), parameter 428 F3 frequentie.
= fabrieksinstelling. () = display-tekst [] = waarde die gebruikt wordt voor communicatie via de seriële communicatiepoort.
38
par. 103
Par. 104 Motorfrequentie
par. 103
AKD 2800
428 F3 frequentie
(F3 FREQUENCY)
Waarde:
Par. 426 F2 frequentie -1000 Hz
Functie:
Zie parameter 423 U1 spanning.
Beschrijving van de keuze:
Stel de uitgangsfrequentie (F3) in voor de derde
uitgangsspanning (U3), parameter 427 U3 spanning.
NB!:
De parameters 437-444 worden uitsluitend
gebruikt indien Procesregeling, gesloten lus [3] is
geselecteerd in parameter 100 Configuratie. [1].
437 Proces PID normale/geïnverteerde regeling
(PROC NO/INV CTRL)
Waarde:
Normaal (NORMAL)
Omgekeerd (INVERSE)
Functie:
Het is mogelijk te kiezen of de procesregelaar
de uitgangsfrequentie moet verhogen/verlagen
als de referentie/het setpoint afwijkt van de
werkelijke processtand.
Beschrijving van de keuze:
Indien de frequentie-omvormer de uitgangsfrequentie
moet verlagen ingeval het terugkoppelingssig-
naal toeneemt, selecteert u Normaal [0].
Indien de frequentie-omvormer de uitgangsfrequentie
moet verhogen ingeval het terugkoppelingssignaal
toeneemt, selecteert u Geïnverteerd [1].
438 Proces PID integratiebegrenzing
(PROC ANTI WINDUP)
Waarde:
Niet actief (DISABLE)
Actief (ENABLE)
Functie:
Het is mogelijk te kiezen of de procesregelaar moet
doorgaan met het bijregelen van de fout, ook als de
uitgangsfrequentie niet kan worden verhoogd/verlaagd.
Beschrijving van de keuze:
De fabrieksinstelling is Inschakelen [1], hetgeen
betekent dat de integratielink geïnitialiseerd wordt in
Par. 104 Motorfrequentie
[0]
[1]
[0]
[1]
MG.28.H2.10 -
Advertenties
Inhoudsopgave
