6.
U kunt ook de lijst met reeds gekoppelde apparaten bekijken. Selec-
teer het apparaat en druk
•
Aansluiten/Verbinding uitschakelen om een verbinding met het
geselecteerde apparaat te maken of de verbinding te verbreken.
Hiervoor hebt u mogelijk een profiel nodig; dit is meestal een
headset.
•
Autorisatie-instellingen om een autorisatieoptie te selecteren.
Vraag het elke keer om elke keer dat het apparaat verbin-
•
ding probeert te maken met uw telefoon, gevraagd te wor-
den om verbinding toe te staan.
Automatisch verbinden om automatisch verbinding te ma-
•
ken wanneer het apparaat verbinding probeert te maken
met uw telefoon.
•
Hernoemen(1-20) om de naam van het gekoppelde bluetooth-
apparaat te bewerken.
Verwijder om het apparaat uit de lijst te verwijderen.
•
Alles verwijderen om alle apparaten uit de lijst te verwijderen.
•
•
Details om gedetailleerde informatie over het apparaat weer te
geven, bijv. apparaatnummer (MAC-adres), apparaattype en on-
dersteunde service (bluetoothprofielen).
Voeg nieuw apparaat toe
Zoek naar beschikbare bluetoothapparaten in uw nabije omgeving en
breng koppeling tot stand.
1.
Druk op Menu
raat toe.
2.
Zorg ervoor dat het apparaat waarmee u een verbinding tot stand wilt
brengen, zichtbaar is en in de koppelingsmodus staat.
3.
Wacht op het zoeken totdat het gewenste apparaat wordt weergege-
ven, selecteer dit en druk op
ding wilt maken met een ander bluetoothapparaat, moet u mogelijk
een wachtwoord invoeren of een gedeelde code bevestigen.
Bestanden overbrengen
1.
Druk op Menu
overbrengen.
2.
Bekijk de bestanden die via bluetooth worden verzonden.
Nederlands
op voor apparaatopties.
Instellingen
om te verbinden. Wanneer u verbin-
Instellingen
50
Bluetooth
Voeg nieuw appa-
Bluetooth
Bestanden