Inhoudsopgave
Advertenties
Het stuurprogramma en software installeren
5
Gebruik de kiestoetsen om de letters of cijfers
van de in stap 1 genoteerde SSID in te voeren.
Met de toetsen
naar links en rechts verplaatsen. Om
bijvoorbeeld de letter a in te voeren, drukt u
eenmaal op 2. Om het nummer 3 in te voeren,
drukt u zevenmaal op 3.
De letters verschijnen in deze volgorde: kleine
letters, hoofdletters en vervolgens cijfers.
(Zie Tekst invoeren voor draadloze instellingen
op pagina 55 voor meer informatie.)
Druk op OK wanneer u alle tekens heeft
ingevoerd.
6
Druk op a of b om Infrastructure te
selecteren en druk vervolgens op OK.
7
Gebruik de toetsen a, b en OK om een van
onderstaande opties te kiezen. Hierbij dient u
rekening te houden met de Authenticatie- en
Encryptie-instellingen van uw netwerk.
Geen Authenticatie of Encryptie: Kies
Open Systeem, druk op OK, kies Geen voor
Type Codering? en druk op OK. Druk
vervolgens op 1 voor Ja om de instellingen toe
te passen. Ga naar stap 10.
Geen Authenticatie met WEP-encryptie:
kies Open Systeem, druk op OK, druk op a of
b om WEP te selecteren voor
Type Codering? en druk vervolgens op OK.
Ga naar stap 8.
Authenticatie met WEP-encryptie: kies
Gedeelde Sleutel en druk op OK. Ga naar
stap 8.
Authenticatie met WPA/WPA2-PSK-
encryptie (TKIP of AES): kies
WPA/WPA2-PSK en druk op OK. Ga naar stap 9.
8
Kies het juiste toetsnummer en druk op OK.
Gebruik de kiestoetsen om de letters of cijfers
van de in stap 1 genoteerde WEP-sleutel in te
voeren. Met de toetsen
cursor naar links en rechts verplaatsen.
Om bijvoorbeeld de letter a in te voeren, drukt
u eenmaal op 2. Om het nummer 3 in te
voeren, drukt u zevenmaal op 3.
De letters verschijnen in deze volgorde: kleine
letters, hoofdletters en vervolgens cijfers.
(Zie Tekst invoeren voor draadloze instellingen
op pagina 55 voor meer informatie.)
Druk op OK wanneer u alle tekens heeft
ingevoerd en druk vervolgens op 1 voor Ja om
de instellingen toe te passen. Ga naar stap 10.
en
kunt u de cursor
en
kunt u de
De meeste toegangspunten en routers
kunnen meer dan één sleutel opslaan, maar
zij zullen er altijd slechts één gebruiken
voor authenticatie en encryptie.
9
Druk op a of b om TKIP of AES te selecteren
voor Type Codering? en druk vervolgens op
OK.
Gebruik de kiestoetsen om de letters of cijfers
van het in stap 1 genoteerde WPA/WPA2-
PSK-wachtwoord in te voeren. Met de toetsen
en
kunt u de cursor naar links en
rechts verplaatsen.
Om bijvoorbeeld de letter a in te voeren, drukt
u eenmaal op 2. Om het nummer 3 in te
voeren, drukt u zevenmaal op 3.
De letters verschijnen in deze volgorde: kleine
letters, hoofdletters en vervolgens cijfers.
(Zie Tekst invoeren voor draadloze instellingen
op pagina 55 voor meer informatie.)
Druk op OK wanneer u alle tekens heeft
ingevoerd en druk vervolgens op 1 Ja om de
instellingen toe te passen. Ga naar stap 10.
10
Uw machine probeert nu een verbinding met
uw draadloze netwerk tot stand te brengen op
basis van de door u ingevoerde gegevens. Als
dit lukt, wordt gedurende korte tijd Verbonden
op het LCD-scherm weergegeven.
Als geen verbinding met uw netwerk kan
worden gemaakt, dient u stap 2 tot en met 9 te
herhalen. Zorg hierbij dat u de juiste gegevens
invoert.
Als DHCP voor uw toegangspunt niet
geactiveerd is, dient u het IP-adres, het
subnetmasker en de gateway van de machine
handmatig te configureren in
overeenstemming met uw netwerk. Zie de
netwerkhandleiding voor meer informatie.
De draadloze installatie is nu voltooid. De
signaalsterkte van uw draadloos
toegangspunt of router wordt
weergegeven door een indicator met vier
niveaus boven aan het LCD-scherm van
de machine. Ga verder met stap 11 om
MFL-Pro Suite te installeren.
®
Macintosh
49
Advertenties
Inhoudsopgave
