0
1
2
3
4
5
R
A
A
A
A
A
10
11
12
13
14
15
A
A
A
F
A
F
20
21
22
23
24
25
R
R
F
F
F
F
30
31
32
33
34
35
F
F
A
F
F
F
40
41
42
43
44
45
F
F
F
F
F
F
36
6
7
8
9
A
A
A
A
16
17
18
19
F
F
R
R
26
27
28
29
F
F
F
F
36
37
38
39
A
A
F
F
46
47
48
49
F
F
F
F
Knoopsgat met verstevigingsdraad
Steekpatroon:
Draadspanning:
Naaivoet:
Ga op dezelfde manier te werk als voor een knoopsgat voor
rekbare stoffen. Pas de steekbreedte aan de sterkte van het
gebruikte garen aan.
Zet de knoopsgatenvoet omhoog en bevestig een verstevi-
gingsdraad aan het haakje
knoopsgatenvoet. Trek de uiteinden onder de knoopsgaten-
voet zo ver naar u toe totdat deze aan de voorkant niet
meer zichtbaar zijn. Haak de verstevigingsdraad in de uit-
sparingen
aan de voorkant van de knoopsgatenvoet,
zodat deze vastzit.
Laat de naald in het kledingstuk zakken op de plaats waar
het knoopsgat moet beginnen en zet de voet omlaag.
Haakje
Uitsparingen
Start de machine en naai het knoopsgat. Beide kanten van
het knoopsgat en de paspels worden over de verstevigings-
draad genaaid.
Haal de stof van de machine en knip alleen de naalddraad
af.
Naalddraad (bovendraad)
Spoeldraad (onderdraad)
Trek aan het losse uiteinde van de verstevigingsdraad om
deze te bevestigen. Rijg het uiteinde van de draad in een
handnaald. Haal de draad vervolgens door de stof en leg er
een knoopje in.
OPMERKING:
Knip de verstevigingsdraad aan beide kanten af zodra
deze aan de stof is afgehecht en niet meer kan verschui-
ven.
00
1 t/m 5
Knoopsgatenvoet
aan de achterkant van de