36
nl | Configuratie met een webbrowser
5.10
Foto-instellingen
U kunt het videobeeld van elke camera volgens uw wensen instellen. Het huidige videobeeld
wordt ter bevestiging weergegeven in het kleine venster naast de schuifregelaar. De
wijzigingen zijn direct van kracht.
1.
2.
3.
5.10.1
Contrast (0...255)
Met deze functie kunt u het contrast van het videobeeld aan uw werkomgeving aanpassen.
5.10.2
Verzadiging (0...255)
Met deze functie kunt u de kleurverzadiging afstellen om de kleurweergave op de monitor zo
realistisch mogelijk te maken.
5.10.3
Helderheid (0...255)
Met deze functie kunt u de helderheid van het videobeeld aanpassen aan uw werkomgeving.
5.10.4
Laagdoorlaatfilter (0...255)
U gebruikt deze functie om fijne ruis uit het beeld te filteren. Hiermee reduceert en
optimaliseert u de benodigde bandbreedte voor de beeldtransmissie via het netwerk. Dit kan
ten koste gaan van de beeldresolutie.
Hoe hoger de waarde van de schuifregelaar, des te egaler het beeldsignaal. Controleer uw
instellingen in het beeldvenster naast de schuifregelaars.
Let bovendien op de indicator voor de processorbelasting boven in het venster, bij het logo
van de fabrikant (zie Sectie 8.5 Processorbelasting, pagina 114).
V3.5 | 2007.12
Klik op een tab om de bijbehorende camera te selecteren.
Zet de schuifregelaar in de gewenste positie.
Klik op Standaard om voor alle instellingen de standaardwaarde te herstellen.
Installatie- en bedieningshandleiding
VIP X1600
Bosch Security Systems