w Afdrukken
De schermweergave en instellingsopties kunnen per printer
verschillen. Sommige instellingen zijn mogelijk niet beschikbaar.
Raadpleeg de instructiehandleiding van de printer voor meer informatie.
Pictogram aangesloten printer
Scherm met printinstellingen
Het papierformaat, de papiersoort en de pagina-indeling die u hebt ingesteld, worden
weergegeven.
* Afhankelijk van de printer kunnen bepaalde instellingen, bijvoorbeeld
het afdrukken van de datum en het bestandsnummer en het bijsnijden,
mogelijk niet worden geselecteerd.
244
Selecteer de opname die
1
u wilt afdrukken.
Controleer of linksboven in het
LCD-scherm het pictogram <w>
wordt weergegeven.
Druk op de pijltjestoetsen <Y> <Z>
om de opname te selecteren
die u wilt afdrukken.
Druk op <
2
Het scherm met printinstellingen
verschijnt weer.
Hiermee stelt u de afdrukeffecten in (pag. 246).
Hiermee schakelt u het afdrukken van datum of bestandsnummer in of uit.
Hiermee stelt u het aantal af te drukken exemplaren in.
Hiermee stelt u het afdrukgebied in (pag. 249).
Hiermee stelt u het papierformaat, de papiersoort en de indeling in.
Hiermee gaat u terug naar het scherm in stap 1.
Hiermee start u het afdrukken.
Selecteer [Papier inst.].
3
Selecteer [Papier inst.] en
druk vervolgens op <0>.
Het scherm met papierinstellingen
wordt weergegeven.
>.
0