Faxen
Een fax verzenden via de computer
1
Open het gewenste bestand en klik op File (Bestand) >Print (Afdrukken).
2
Selecteer de printer en klik vervolgens op Eigenschappen, Voorkeuren, Opties of Instellen.
3
Ga naar:
Fax >Fax inschakelen
4
Geef een of meer faxnummers voor de geadresseerde op.
5
Geef zo nodig een voorvoegsel op in het veld Kiesvoorvoegsel.
6
Selecteer het juiste papierformaat en de juiste afdrukstand, en pas vervolgens de wijzigingen toe.
Opmerkingen:
•
De faxoptie kan alleen worden gebruikt met het PostScript-stuurprogramma of het universele
faxstuurprogramma. Ga voor informatie over het installeren van deze stuurprogramma's naar
http://support.lexmark.com.
•
U kunt de faxoptie alleen gebruiken als deze is geconfigureerd en ingeschakeld in het PostScript-
stuurprogramma onder het tabblad Configuratie.
Een fax verzenden op een gepland tijdstip
1
Plaats een origineel document met de bedrukte zijde naar boven en de korte zijde als eerste in de ADF-lade of met
de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat.
Opmerkingen:
•
Plaats geen briefkaarten, foto's, kleine voorwerpen, transparanten, fotopapier of dun materiaal (zoals
knipsels uit tijdschriften) in de ADI. Plaats deze items op de glasplaat.
•
Het lampje van de ADI gaat branden wanneer het papier correct is geplaatst.
2
Als u een document in de ADF-lade plaatst, dient u de papiergeleiders aan te passen.
3
Blader in het beginscherm naar:
Faxen > voer het faxnummer in >Opties >Vertraagd verzenden
Opmerking: Als de Faxmodus op Faxserver staat ingesteld, wordt de knop Vertraagd verzenden niet
weergegeven. Faxen die wachten op verzending, staan vermeld in de faxwachtrij.
4
Geef de tijd op waarop u de fax wilt verzenden en raak
5
Raak Faxen aan.
Opmerking: Het document wordt op het geplande tijdstip gescand en gefaxt.
aan.
108