Vierde uitgave • Eerste druk
Als het scheefstandalarm klinkt bij geheven
platform: Ga uiterst voorzichtig te werk. Bepaal de
toestand van de arm ten opzichte van de helling
zoals hieronder weergegeven. Volg de stappen om
de arm neer te laten voordat u de machine
verplaatst naar een stevige, horizontale
ondergrond. Draai de arm niet terwijl het platform
wordt neergelaten.
Als het scheefstandalarm klinkt met het platform
heuvelopwaarts:
1 Laat de primaire arm neer.
2 Schuif de secundaire arm in/laat
deze neer.
3 Schuif de primaire arm in.
Als het scheefstandalarm klinkt met
het platform heuvelafwaarts:
1 Schuif de primaire arm in.
2 Schuif de secundaire arm
in/laat deze neer.
3 Laat de primaire arm
neer.
Onderdeelnr. 133094DU
Breng de arm pas
omhoog of schuif deze
pas uit als de machine op
een stevige, horizontale
ondergrond is geplaatst.
Vertrouw niet op het
scheefstandalarm ter
indicatie van een vlakke
stand. Het scheef-
standalarm klinkt
uitsluitend op het platform
wanneer de machine zich
op een sterke helling
bevindt.
Als het scheefstandalarm
klinkt bij neergelaten arm:
Schuif de arm niet uit en
draai of hef deze niet
boven de horizontale lijn.
Plaats de machine op een
stevige, horizontale
ondergrond voordat u het
platform omhoogbrengt.
Veiligheid werkgebied
Werk niet met de machine bij harde wind of bij
windstoten. Vergroot het oppervlak van het
platform of de lading niet. Als u het oppervlak
vergroot dat aan de wind is blootgesteld, neemt de
stabiliteit van de machine af.
Rijd niet met de machine op of nabij oneffen terrein
en oppervlakken die niet stabiel zijn of in andere
gevaarlijke omstandigheden als de arm geheven of
uitgeschoven is.
Gebruik de machine niet als kraan.
Gebruik de arm niet om de machine of andere
objecten te duwen.
Vermijd contact tussen de arm en aangrenzende
constructies.
Maak de arm of het platform niet vast aan
aangrenzende constructies.
Plaats ladingen niet buiten de randen van het
platform.
Z-80/60
Bedieningshandleiding
Breng de arm niet
omhoog wanneer de
wind harder dan
12,5 m/s waait.
Wanneer de wind-
snelheid 12,5 m/s
overschrijdt terwijl de
arm omhoog is
gebracht, breng dan de
arm omlaag en werk
niet verder met de
machine.
Wees uiterst
voorzichtig en houd
een lage snelheid aan
wanneer met de
machine in de
transportstand wordt
gereden over oneffen
terrein, puin, een
onstabiele of gladde
ondergrond en vlakbij
gaten of afgereden
kanten.
9