7
Druk tweemaal op F.
De camera keert terug naar de standby-stand.
u Let op
• Aangezien het magnetisch omgevingsveld varieert al
naargelang de opnamelocatie, moet op elke locatie een
nauwkeurige kalibratie worden uitgevoerd wanneer met
Sterrenvolger opnamen worden gemaakt van hemellichamen.
• Wijziging van het objectief of de hoek van de monitor nadat
een precieze kalibratie is uitgevoerd, kan enig effect hebben
op het magnetische omgevingsveld. Voer in dat geval een
nieuwe precieze kalibratie uit.
Opnamen maken met de sterrenvolger
1
Stel de belichtingsstand in op M en stel de
scherpstellingsmethode in op w.
2
Stel de
opnameomstandigheden in.
Beschikbare bedieningshandelingen
M
Schakelt de getimede belichting in/uit.
Wijzigt de belichtingstijd binnen een bereik
Q
tussen 0'10" en 5'00" wanneer getimede
belichting ingeschakeld is.
Wijzigt de diafragmawaarde.
R
Voert een precieze kalibratie uit.
J
3
Stel scherp en druk 0 volledig in.
Er wordt gestart met de opname.
4
u Let op
• Deze functie kan niet worden gebruikt in combinatie met
sommige andere functies. (p.121)
Wanneer de monitor te fel is
Bij het maken van opnamen op een donkere plaats
gedurende een lange tijd kunt u de weergavekleur van de
monitor veranderen in rood door [Nachtweerg. LCD-disp.]
in te stellen op [Aan] in menu D5.
8.0
8.0
F F
1600
1 6 0 0
-´--˝
-´--˝
99999
99999
99999
99999
Druk 0 nogmaals volledig in.
Het maken van opnamen stopt.
De camera stopt automatisch met het maken van opnamen
nadat de ingestelde tijd verstreken is wanneer getimede
belichting is geactiveerd.
3
93