WAARScHUWING BIj VERLATEN VAN RIjSTROOk
1
Inschakelen/uitschakelen
Vanaf het bedieningsscherm 1: selec-
teer "Voertuig", "Hulp bij het rijden",
"Waarschuwing bij verlaten van rijvak" en
kies vervolgens "ON" of "OFF".
Wanneer de functie is geactiveerd, worden
de zichtbaarheidsindicatoren 3 van de stre-
pen links en rechts in het grijs weergegeven
op het instrumentenpaneel.
Om direct naar het menu "Hulp bij het
rijden" te gaan, drukt u op de toets 2
.
2
De functie is gereed om te waarschuwen
als:
– de auto sneller dan ongeveer 70 km/u.
rijdt;
en
– de strepen worden gedetecteerd en de
zichtbaarheidsindicatoren 3 zijn groen
gekleurd.
De functie geeft een waarschuwing als
een streep wordt overschreden zonder dat
de richtingaanwijzers worden aangezet. De
functie waarschuwt de bestuurder door een
geluidssignaal te laten klinken en de indica-
tor voor de zijstreep die werd overschreden
rood te maken op het instrumentenpaneel.
(2/3)
Omstandigheden waarbij geen
waarschuwingen worden
gegeven
– De richtingaanwijzers waren aangezet
of zijn minder dan ongeveer 4 secon-
den aan geweest voordat de streep werd
overschreden;
3
– De streep wordt zeer snel overschreden;
– Er wordt continu over een streep gere-
den;
– Bij het nemen van bochten maakt de
functie het mogelijk om deze iets af te
snijden;
– ...
2.41