VP 1340A/VP 1550A
4.8
Aandrijfriem
Zie afbeelding: wpmgr005992
4.8.1
4.8.2
4.8.3
4.8.4
4.8.5
4.8.6
a
wpm_tx001088nl.fm
Controleer de riemspanning op nieuwe machines of na de installatie
van een nieuwe riem na de eerste 20 bedrijfsuur. Controleer de riem
en stel hem daarna steeds na 50 uur af.
Om de riem af te stellen:
Maak de twee schroeven (a) op de beschermplaat van de riem los,
verwijder
vervolgens
schroefsamenstellen op de beschermplaat laat zitten.
Maak de vier moeren (b), die de machine aan de console bevestigen
en de schroef (c) die de achterkant van afschermplaat van de riem
tegen de console houdt los.
Schuif de motor naar achteren (naar de hendel) om de riem strakker
af te stellen en naar voren om de riem losser te maken.
Stel de riem zo af dat deze 10–13 mm (d) doorbuigt als er midden
tussen de poelies van de riem wordt gedrukt.
Zorg ervoor dat de riemschijf van de koppeling (f) en de velddynamo
(e) op een lijn liggen. Plaats een liniaal tegen de velddynamo (e) en
manoeuvreer de motor totdat de twee riemschijven parallel met elkaar
liggen.
Haal alle moeren en schroeven aan met 20,5 Nm, terwijl u de machine
weer in elkaar zet.
b
de
beschermplaat,
d
c
23
Onderhoud
waarbij
u
de
wpmgr005992