Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Fluke 1625 Gebruiksaanwijzing pagina 87

Inhoudsopgave

Advertenties

Aardingsweerstand
Meetprincipe
Spanningstrechter (potentiaalgradiënt)
Rondom elke aardelektrode ontstaat tijdens het vloeien van een elektrische
stroom een spanningstrechter (zie onderstaande afbeelding).
U
U
E
U
S
E
40 60 m
edw058.eps
Als de spanning wordt gemeten tussen de aardelektrode en een probe die zich
op afstand "a" van de aardelektrode bevindt, loopt de waarde bij een steeds
grotere afstand steeds minder op. Als de spanning uiteindelijk niet meer
toeneemt, bevindt de probe zich op het niveau van de aardpotentiaal F
, dus
E
buiten de spanningstrechter.
Het is voornamelijk de bodemweerstand die de diameter van de spannings-
trechter beïnvloedt. Dit betekent dat de diameters in bodems met een slechte
geleidbaarheid dienovereenkomstig groot zijn (30 ... 60 m), en in bodems met
een goede geleidbaarheid dienovereenkomstig klein (10 ... 15 m).
Het bepalen van de weerstand van de probe en van de hulpaardelektrode ver-
schaft informatie over de grootte van een mogelijke spanningstrechter. Hoge
weerstanden leiden tot dienovereenkomstig grote de spanningstrechters en vice
versa. In dit verband dient er rekening mee te worden gehouden dat bodems
met een goede geleidbaarheid en een dienovereenkomstig kleine spannings-
trechter resulteren in een relatief steile spanningsvorm en daardoor in een rela-
tief hoge stapspanning. Indien nodig, moet er bij dergelijke systemen een po-
tentiaalcontrole worden uitgevoerd.
79

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave