145
Bluetooth
5. Tik op de naam van het ontvangende apparaat.
6. Als daarom gevraagd wordt, accepteert u de verbindingsaanvraag op uw
telefoon en op het ontvangende apparaat.
Geef ook dezelfde code op zowel uw telefoon als het andere apparaat op, of
bevestig de automatisch gegenereerde code.
7. Accepteer het bestand op het ontvangende apparaat.
Waar de verzonden informatie wordt opgeslagen
Als u vanaf uw telefoon informatie verzendt via Bluetooth, is de locatie waar deze
wordt opgeslagen afhankelijk van het type informatie en het ontvangende apparaat.
Als u een afspraak of gebeurtenis uit de agenda of een contactpersoon verstuurt,
wordt deze gewoonlijk direct opgeslagen in de bijbehorende toepassing op het
ontvangende apparaat. Als u bijvoorbeeld een gebeurtenis uit de agenda naar een
compatibele telefoon stuurt, verschijnt deze gebeurtenis in de agenda op die telefoon.
Als u een ander type bestand naar een Windows-computer stuurt, wordt dit
gewoonlijk opgeslagen in de Bluetooth-map in uw map met persoonlijke documenten.
Onder Windows XP kan dat pad zijn:
Onder Windows XP kan het pad zijn:
C:\Documents and Settings\[uw gebruikersnaam]\My Documents\Bluetooth
Exchange
Onder Windows Vista kan het pad zijn:
C:\Gebruikers\[uw gebruikersnaam]\Documenten
Onder Windows 7 kan het pad zijn:
C:\Gebruikers\[uw gebruikersnaam]\My Documents\Bluetooth Exchange
Folder
Als u een bestand naar een ander apparaat stuurt, kan de opslaglocatie afhankelijk
zijn van het bestandstype. Als u bijvoorbeeld een afbeelding naar een andere mobiele
telefoon stuurt, kan deze worden opgeslagen in een map "Afbeeldingen."
Gegevens ontvangen met Bluetooth
Uw telefoon kan met Bluetooth een groot aantal bestandstypen ontvangen, zoals
foto's, muziek, en documenten zoals PDF's.
De eerste keer dat u informatie uitwisselt tussen uw telefoon en een ander apparaat,
moet u een code invoeren of bevestigen. Daarna zijn uw telefoon en het andere
apparaat gekoppeld en hoeft u voortaan geen code meer in te voeren om informatie
uit te wisselen.
Om met Bluetooth bestanden te ontvangen, moet de telefoon een microSD-kaart
bevatten.
1.
Druk in het startscherm op MENU en tik op Instellingen > Draadloos en
netwerken > Bluetooth-instellingen.
2.
Als het keuzevakje Bluetooth niet is geselecteerd, moet u dit selecteren om
Bluetooth in te schakelen.
3.
Tik in het keuzevakje Identificeerbaar.
4.
Zend vanaf het verzendende apparaat een of meer bestanden naar uw telefoon.
Zie de documentatie van het apparaat voor aanwijzingen over het verzenden van
informatie via Bluetooth.
5. Als daarom gevraagd wordt, accepteert u de verbindingsaanvraag op uw
telefoon en op het ontvangende apparaat.