• Schud de inktcartridges NIET.
Als u inkt op uw lichaam of
kleding hebt gemorst, was deze
dan onmiddellijk met zeep of een
wasmiddel.
• Brother raadt het gebruik van
cartridges anders dan originele
Brother-cartridges met inkt van
andere bronnen derhalve af.
Indien de printkop of enig ander
deel van deze machine wordt
beschadigd als gevolg van het
gebruik van inkt of inktcartridges
anders dan originele Brother-
producten omdat deze
producten incompatibel zijn met
en ongeschikt zijn voor deze
machine, dan worden enige
reparaties die nodig zijn als
gevolg daarvan niet door de
garantie gedekt.
• Cartridges NIET herhaaldelijk
plaatsen en verwijderen. Dit
omdat er anders inkt uit kan
sijpelen.
Als de kleuren zijn gemengd omdat u een
inktcartridge in de verkeerde kleurpositie
hebt geïnstalleerd, moet u nadat de cartridge
op de juiste plaats is geïnstalleerd de
printkop diverse keren reinigen, pas dan
mag u gaan afdrukken. (Raadpleeg "De
printkop reinigen" in hoofdstuk 15 van de
gebruikershandleiding.)
Kwaliteit van
7
kleurenblokken en
uitlijning controleren
1
Nadat het reinigen is voltooid, wordt op het
LCD-scherm het volgende weergegeven:
PLAATS PAPIER EN
DRUK OP KLEUR
2
Zorg dat er papier in de papierlade zit.
Kleuren Kopie
Druk op
3
De DCP begint de testpagina af te drukken
(alleen wanneer de inktcartridges voor de
eerste keer worden geïnstalleerd).
.
In stap A
controleren
In stap B
controleren
5