Inhoudsopgave
Advertenties
3
Aan de slag
Let op
•
Gebruik van dit product dat niet overeenkomt met
de beschrijving in deze handleiding of het maken van
aanpassingen kan leiden tot blootstelling aan gevaarlijke
straling of een anderszins onveilige werking van dit
product.
Volg altijd de instructies in dit hoofdstuk op volgorde.
Het auto-entertainmentsysteem
installeren
Deze instructies zijn van toepassing op een
standaardinstallatie. Maak de benodigde aanpassingen als uw
auto andere vereisten heeft. Raadpleeg de leverancier van
uw Philips-auto-entertainmentsysteem als u vragen hebt over
installatiekits.
Let op
•
Dit apparaat is uitsluitend ontworpen voor gebruik bij
12 V negatieve aarde.
•
Installeer dit apparaat in het dashboard van de auto.
Andere locaties kunnen gevaar opleveren omdat de
achterkant van het apparaat warm wordt tijdens gebruik.
•
Zorg ervoor dat de motor niet is gestart wanneer u de
kabels gaat aansluiten, anders kan kortsluiting ontstaan.
•
Sluit de gele en rode kabels pas aan nadat alle andere
kabels zijn aangesloten.
•
Zorg ervoor dat alle losse kabels zijn geïsoleerd met isolatietape.
•
Zorg ervoor dat de kabels niet vast kunnen raken
onder schroeven of in bewegende delen (zoals de rails
van de zitting).
•
Zorg ervoor dat alle aardekabels zijn geaard.
•
Gebruik alleen het meegeleverde bevestigingsmateriaal
voor een veilige installatie.
•
Onjuiste zekeringen kunnen schade of brand
veroorzaken. Raadpleeg een expert wanneer u de
zekering moet vervangen.
Opmerking over de voedingskabel (geel)
•
Wanneer u andere apparaten op dit systeem aansluit,
zorg er dan voor dat het maximumvermogen van
de stroomkring van de auto groter is dan het totale
vermogen van alle aangesloten apparaten.
Opmerking over de luidsprekeraansluiting
•
Sluit geen luidsprekerkabels aan op de metalen
behuizing of het chassis van de auto.
•
Sluit geen gestreepte luidsprekerkabels op elkaar aan.
112 NL
Kabels aansluiten
Let op
•
Zorg ervoor dat alle losse kabels zijn geïsoleerd met
isolatietape.
1
Verbind de mannelijke ISO-connectors met het apparaat.
Connector
Aansluiten op
1
Gele kabel
De +12V-accu die altijd onder
spanning staat.
2
Blauw-witte kabel
De kabel van de elektrische
antenne of de voedingskabel
van de antenneversterker. Als
er geen elektrische antenne
of antenneversterker is, of als
de antenne handmatig wordt
bediend, hoeft u deze kabel niet
aan te sluiten.
3
Zwarte kabel
Een metalen oppervlak van
de auto. Sluit de zwarte kabel
(aarde) aan voordat u de gele
en rode voedingskabels aansluit.
4
Rode kabel
De +12V-aansluiting die
onder spanning staat wanneer
het contact van de auto in
de accessoirestand staat. Als
er geen accessoirestand is,
sluit u deze kabel aan op de
+12V-accu die altijd onder
spanning staat. Zorg er eerst
voor dat de zwarte kabel
(aarde) is aangesloten op een
metalen oppervlak van de auto.
5
Groene en groen-
Linkerluidspreker (achter)
zwarte kabels
6
Witte en zwart-witte
Linkerluidspreker (voor)
kabels
7
Grijze en grijs-zwarte kabels
Rechterluidspreker (voor)
8
Paarse en paars-
Rechterluidspreker (achter)
zwarte kabels
Advertenties
Inhoudsopgave
