Ingebruikneming van het toestel
Waterhardheid
De waterhardheid geeft aan hoeveel
kalk het water bevat. Hoe hoger het
kalkgehalte, des te harder is het water
en des te vaker moet het toestel wor‐
den ontkalkt.
Het toestel meet de water- en stoom‐
hoeveelheid die wordt afgenomen. Af‐
hankelijk van de ingestelde waterhard‐
heid mogen meer of minder dranken
worden bereid, voordat u het toestel
moet ontkalken.
Stel het toestel op de plaatselijke wa‐
terhardheid in. Alleen dan kan het toe‐
stel correct functioneren en niet be‐
schadigd raken en verschijnt op het
juiste tijdstip het verzoek het ont‐
kalkingsprogramma te starten.
U kunt vier standen instellen:
Waterhardheid
Hard‐
heids‐
graad
(volgens
waterbe‐
drijf)
0 - 8,4 °dH
Zacht
(0 -1,5 mmol/l)
8,4 - 14 °dH
Gemid‐
(1,5 - 2,5 mmol/l)
deld
14 - 21 °dH
Hard
(2,5 - 3,7 mmol/l)
> 21 °dH
Hard
(> 3,7 mmol/l)
28
Waterhardheid bepalen
U kunt de waterhardheid met de bijge‐
leverde teststrip bepalen. Maar u kunt
ook contact opnemen met het waterlei‐
dingbedrijf.
Dompel de teststrip ca. 1 seconde in
Waterhardheid instellen
Instelling
(stand)
Druk op
Scrol over het display totdat
Kies de gewenste hardheid en druk
Zacht 1
Gemiddeld 2
De instelling wordt opgeslagen.
Hard 3
Zeer hard 4
het water en schud daarna het over‐
tollige water van de strip. Na onge‐
veer 1 minuut kunt u het resultaat af‐
lezen.
Instellingen
verschijnt en druk erop.
hardheid
daarna op
.
OK
.
Water-