De schermgegevens verschijnen en verdwijnen herhaaldelijk.
- De accu is leeg. Vervang de accu of laad deze op
- Verwijder de accu en sluit deze opnieuw goed aan.
Op het scherm worden abnormale karakters weergegeven en de camcorder functioneert niet naar behoren.
- Ontkoppel de netvoeding en sluit deze na enige tijd weer aan. Als het probleem aanhoudt, verwijder dan de
netvoeding en druk met een puntig voorwerp op de RESET-knop. Door op de RESET-knop te drukken, worden
alle instellingen teruggesteld naar de oorspronkelijke waarden.
Op het scherm verschijnt videoruis.
- Plaats de camcorder niet in de buurt van apparaten die een sterk magnetisch veld uitzenden (plasma-TV's,
mobieltjes, etc.).
Het geluid is vervormd of wordt opgenomen op een lager niveau.
- Bij het maken van opnamen bij harde geluiden (zoals vuurwerk, shows of concerten), kan het geluid vervormd
raken of wordt het geluid niet op het feitelijke niveau opgenomen. Dit is normaal en duidt niet op een storing.
Het beeld wordt correct weergegeven maar de ingebouwde luidspreker produceert geen geluid.
- Het luidsprekervolume staat uit. Regel het volume
- Indien de stereovideokabel STV-250N op de camcorder aangesloten is, verwijder deze dan.
- [AV/KOPTEL.] staat ingesteld op [
Geheugenkaart en accessoires
Ik kan de geheugenkaart niet plaatsen.
- U houdt de geheugenkaart verkeerd vast. Keer de geheugenkaart om en plaats de kaart in de camcorder
(
28).
Ik kan geen opnamen maken op de geheugenkaart.
- De geheugenkaart is vol. Wis een aantal opnamen om ruimte vrij te maken of vervang de geheugenkaart.
- Initialiseer de geheugenkaart
- De LOCK-schakelaar op de SD- of de SDHC-geheugenkaart staat zo ingesteld dat de kaart niet per ongeluk
kan worden gewist. Wijzig de stand van de LOCK-schakelaar.
- Om films te kunnen opnemen, moet u een compatibele geheugenkaart gebruiken
- De map- en bestandsnummers hebben hun maximale waarde bereikt. Zet [BEELDNUMMERS] op [RESET]
(
87)
en plaats een nieuwe geheugenkaart in het apparaat.
- Het kan zijn dat de camcorder geen opnamen kan maken op een geheugenkaart die eerder op een ander
apparaat is gebruikt.
De draadloze afstandsbediening werkt niet.
- Zet [DL. AFSTAND] op [AAN].
- Vervang de batterij van de draadloze afstandsbediening.
Aansluiten van externe apparaten
Op het TV-scherm verschijnt videoruis.
- Als u de camcorder gebruikt in een kamer waar een TV staat, houd dan tussen de camcorder en het netsnoer
en de antennekabels van de TV voldoende afstand aan.
(
17).
(
35).
KOPTEL.]. Wijzig het naar [
(
29)
als u deze voor de eerste keer met de camcorder gebruikt.
AV]
(
87).
(
28).
93