Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Effecten; Reverb (Nagalm) - Yamaha Portatone PSR-340 Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

EFFECTEN

De PortaTone is uitgerust met een ruime variatie aan effecten die kunnen wor-
den gebruikt om het geluid van de voices op te luisteren. Vier algemene catego-
rieën aan effecten zijn voorhanden — Reverb, Chorus, DSP en Harmony — en elke
categorie heeft vele effecttypen om uit te kiezen.
U bent ook buitengewoon flexibel in het toepassen van de effecten. Alle vier effecten kunnen tegelijk
gebruikt worden en de mate van Reverb (nagalm), Chorus en DSP-effecten is afzonderlijk in te stellen
voor elk van de voices: Main, Dual en Split.

REVERB (NAGALM)

Het Reverb effect produceert de natuurlijke reflecties die door de omgeving
worden veroorzaakt als een instrument bijvoorbeeld in een kamer of con-
certzaal wordt bespeeld. In totaal zijn er acht verschillende nagalm-
simulaties van verschillende ruimten voorhanden.
1
Zet het Reverb effect aan.
Druk op de REVERB knop.
2
Kies het gewenste type reverb in de functie mode.
Doe dit op de gebruikelijke manier:
1) Druk op de FUNCTION knop.
2) Kies het gewenste functieparameternummer (31, 32) via het
numerieke toetsenbord (zie voor een overzicht van de Reverb Typen
blz.45).
STYLE
FUNCTION
3) Wijzig als "FUNCTION" niet meer knippert de waarde (met het
numerieke toetsenbord). Gebruik de +/- knoppen voor aan/uit instellingen.
Terugroepen van de standaardinstelling
Als u de parameterinstelling hebt gewijzigd, kunt u direct de
standaard instelling terugroepen door de + en - knoppen tegelijker-
tijd in te drukken.
3
Stel het Reverb Send Level in voor de voice(s).
De Main, Dual en Split voices kunnen elk afzonderlijk worden ingesteld
voor de hoeveelheid Reverb. Gebruik, om dit in te stellen, de corresponde-
rende Reverb Send Levelparameters in de functiemode (Main: 04, Dual: 14,
Split: 24). (Zie blz.31, 35 en 37.)
4 0
MEASURE
001 116
Reverb
F31
TEMPO
Indicates that Reverb is on
RevType
F32
STYLE
FUNCTION
TIP
Reverb kan ook aan en uit
gezet worden met een
voetschakelaar (blz.100) of
via Functieparameter 31
(blz.44).
OPMERKING
• De paneel REVERB on/off
knoppen hebben alleen effect
op via het toetsenbord
bespeelde voices. Als u het
Reverb effect voor de hele
PortaTone (inclusief begeleidin-
gen en songs) uit wilt
schakelen zet het Reverb Type
(#9, blz.45) dan op "off."
• Deze instellingen worden
niet bewaard als u het instru-
ment uitschakelt. Als u ze wilt
bewaren, kunt u ze in een
Userbank veiligstellen met de
One Touch Setting functie
(blz.72).
• Er zijn nog drie Reverb Types
voorhanden als de PortaTone
via MIDI wordt aangestuurd.
(Zie blz.122 voor details.)
OPMERKING
Als het Reverb Send Level op
of bijna op "000", wordt
gezet, is het Reverb effect
niet te horen.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave