3. Transducerkabel aanleggen en aansluiten
Deze kabel is voor praktische redenen uitgevoerd met een kleine stekker en deze moet van de
transducer naar de headunit geleid worden. Dit kan op meerdere manieren. Normaalgesproken leidt
men de kabel door de spiegel naar binnen.
Opmerking
▪
Is uw boot uitgerust met een kabelgoot, dan kunt u deze gebruiken!
1. Trek de stekker van de transducerkabel achter uit de headunit en controleer of de kabel de
beoogde afstand tussen de transducer en de headunit kan overbruggen.
Let op
▪
De transducerkabel niet doorknippen, verkorten of de kabelmantel beschadigen. Niet in de nabijheid van
VHF radio antennekabels of bekabeling van toerentellers aanleggen om de kans op storing te verkleinen.
Indien de transducerkabel te kort blijkt, zijn er verlengkabels verkrijgbaar. Verlengen kan tot 15 mtr.!
Meer informatie hierover ? Neem contact op met uw leverancier.
▪
Zorg voor voldoende speling op de kabel zodat het verstellen van de transducer en headunit mogelijk blijft.
Leidt de kabel naar de zijkant van de transducer, zodat kans op beschadigingen t.g.v. de
transducerbewegingen minimaal is.
2a.
Aanleggen over de spiegel: legt u de transducerkabel over de spiegel
aan, bevestig deze dan op de spiegel met de kabelklem (meegeleverd).
Hiervoor boort u een gat (Ø 3,5 mm) tot een diepte van 1,6 cm. Ga nu
verder bij 5.
2b. Aanleggen door de spiegel: legt u de transducerkabel door de spiegel
heen aan, boor dan boven de waterlijn een gat (Ø 1,6 cm) en leid de
kabel hier geheel doorheen naar binnen. Kit het gat af met speciale
siliconenkit voor maritiem gebruik. Ga direct verder met 3.
3. Houd het afwerkplaatje precies over het gat en teken de boorgaten af.
Houd het plaatje even apart en boor de 2 gaten (Ø 3.5 mm, diepte
1,6 cm). Kit de 2 gaten af, breng het plaatje weer in (dezelfde) positie op
de spiegel en schroef handmatig vast met de meegeleverde
(kruiskop)schroeven.
4. Plaats de kabelklem op de spiegel door een gat te boren (Ø 3.5 mm,
diepte 1,6 cm). Vul het gat met siliconenkit en schroef de kabelklem met
de kabel ertussen handmatig vast met de meegeleverde (kruiskop)schroef.
U kunt de transducerkabel op verschillende plaatsen in de boot tot aan de headunit vastzetten
met kabelklemmen of gebruik maken van een kabelgoot indien uw boot hiermee uitgerust is.
▪
Is de kabel te lang, breng dan het teveel aan lengte samen naar 1 punt en laat
Opmerking
deze als een lus uit de kabelgoot komen. Pak de kabels dubbel en rol deze op
als een spiraal om interferentie te voorkomen
5. Stop de stekker van de transducerkabel terug in de juiste aansluiting achter op uw headunit.
III. TESTEN EN DEFINITIEF VASTZETTEN VAN TRANSDUCER
Na de plaatsing van de headunit, de transducer en de bijbehorende bekabeling is het nu tijd om alles te
testen voordat de transducer definitief vastgezet wordt. Het testen dient uitgevoerd te worden met uw
boot in het water!
1. Druk op de POWER knop, u hoort een signaaltoon en uw headunit gaat aan. Start uw headunit
niet op, controleer dan of de stekker van de stroomkabel goed (niet verkeerd om) achter in uw
headunit geduwd is en/of deze kabel wel goed op de (volle) accu is aangesloten!!
2. Wanneer dit het geval is, zal uw fishfinder nu in de Normale Modus opstarten.
3. Wanneer u de bodem en een dieptemeting in beeld krijgt, werkt uw fishfinder naar behoren.
Let er op dat de diepte minimaal 60 cm moet zijn en het maximale dieptebereik van uw
specifieke model niet overschreden wordt!
Opmerking
▪
De transducer dient onder water te liggen voor een correcte werking!!
31