In de NX-applicatie
1. Controleer of de schakelaar voor DR-detectors de naam weergeeft van de
DR-detector die wordt gebruikt.
2. Als de verkeerde DR-detector wordt weergegeven, selecteert u de juiste
DR-detector door op de pijl-omlaag te klikken.
Bijbehorende links
Schakelaar voor DR-detectors
Op een DR-detector met een statusindicator:
Controleer of de status van de DR-detector klaar voor belichting is. Als de
statusindicator niet klaar voor belichting aangeeft, kan de DR-detector niet
worden gebruikt om een belichting te maken.
Op het bedieningspaneel van de röntgengenerator
Controleer of de belichtingsinstellingen die op het bedieningspaneel
worden getoond, geschikt zijn voor de belichting.
Als er andere belichtingswaarden nodig zijn dan de waarden die in het NX-
onderzoek zijn gedefinieerd, gebruikt u het bedieningspaneel om de
standaard gedefinieerde belichtingsinstellingen te overschrijven.
Bijbehorende links
Bedieningspaneel van de röntgengenerator
Op het bedieningspaneel
Dit geeft aan dat de draadloze DR-detector en de röntgengenerator gereed
zijn voor het uitvoeren van een belichting.
Bijbehorende links
LED-waarschuwingslicht
DR 100e (digitale radiografie) | Basiswerkschema | 75
op bladzijde 22
WAARSCHUWING:
Controleer of de LED-waarschuwingsindicator groen is.
op bladzijde 31
op bladzijde 25
0365B NL 20181015 0853