5
Energiebeheer
Opties voor energiebeheer instellen
Energiebesparende standen gebruiken
Standaard zijn twee energiebesparende voorzieningen ingeschakeld: de standbyvoorziening en de
hibernationvoorziening.
Als de standbystand wordt geactiveerd, knippert het aan/uit-lampje en wordt het scherm zwart. Uw werk
wordt in het geheugen opgeslagen. Het beëindigen van de standbystand gaat sneller dan het beëindigen
van de hibernationstand. Als de computer lang in de standbystand staat, of als de acculading een kritiek
laag niveau bereikt terwijl de computer in de standbystand staat, wordt de hibernationstand geactiveerd.
Wanneer de hibernationstand wordt geactiveerd, wordt uw werk opgeslagen in een hibernationbestand
op de vaste schijf en wordt de computer afgesloten.
VOORZICHTIG:
geschreven naar een schijf of een externemediakaart. Zo voorkomt u mogelijke verslechtering van de
audio- of videokwaliteit, verlies van audio- of video-afspeelfunctionaliteit of verlies van gegevens.
OPMERKING:
mogelijk om netwerkverbindingen te maken of de computer te gebruiken.
OPMERKING:
of de hibernationstand niet activeren en wordt het beeldscherm uitgeschakeld.
Standbystand activeren en beëindigen
Standaard is het systeem zo ingesteld dat de standbystand wordt geactiveerd als de computer 10
minuten inactief is geweest en op accuvoeding werkt, of als de computer 25 minuten inactief is geweest
en op een externe voedingsbron werkt.
U kunt de instellingen voor energiebeheer en de wachttijden wijzigen in het onderdeel Energiebeheer
van het Configuratiescherm van Windows®.
Als de computer is ingeschakeld kunt u de standbystand op de volgende manieren activeren:
●
Sluit het beeldscherm.
●
Druk op fn+f3.
●
Klik op Start > Uitschakelen > Stand-by.
64
Hoofdstuk 5 Energiebeheer
Activeer de standbystand of de hibernationstand niet terwijl er wordt gelezen van of
Wanneer de computer in de standbystand of de hibernationstand staat, is het niet
Als HP 3D DriveGuard een schijf heeft geparkeerd, zal de computer de standbystand