e
Tik op de toets "Object bewerken".
f
Tik op
om het patroon te verenigen.
• Meer bijzonderheden over het verenigen vindt u in
"Verenigen (omtrek van meerdere patronen
samenvoegen)" op pagina 46.
Tik op de toets "OK" op het bewerkingsscherm
om terug te gaan naar het mat weergavescherm.
g
Tik op de toets "OK".
h
Volg de procedures die worden beschreven in
"Mat plaatsen" (pagina 26) en "Snijden"
(pagina 26) om het materiaal te plaatsen dat u
wilt snijden.
Wanneer het snijden is voltooid, wordt een
bericht weergegeven.
i
Nadat alle patroongedeelten zijn uitgesneden,
tikt u op de toets "Voltooien".
36
Alle patroongedeelten snijden binnen
dezelfde mat
a
Selecteer en bewerk alle patroongedeelten en
tik vervolgens op de toets "OK".
b
Bewerk het patroongedeelte op het
bewerkingsscherm voor patroondelen.
• Zie "Patroongedeelte bewerken" op pagina 41
voor meer informatie over de bewerkingsfuncties.
c
Tik op
om de groep van patroongedeelten
op te heffen.
Wanneer u klaar bent met bewerken, tikt u op de toets
"Instellen".
a Toets Groeperen/groepering opheffen
d
Controleer de indeling van het patroongedeelte
op het mat weergavescherm en tik vervolgens
op de toets
automatisch in te delen.
• Meer bijzonderheden over de automatische
ontwerpfunctie vindt u in "Automatische
ontwerpfuncties" op pagina 49.
Tik op de toets "OK" op het bewerkingsscherm
om terug te gaan naar het mat weergavescherm.
a
om alle patroongedeelten