Inhoudsopgave
Advertenties
SC-T5400 Series/SC-T5400M Series/SC-T3400 Series/SC-T3400N Series Gebruikershandleiding
Papiertoev. Aanpass. (Handmatig) Procedure
De aanpassingspatronen worden twee keer afgedrukt.
Controleer visueel de aanpassingspatronen om de
aanpassingen te maken.
De volgende informatie toont de lengte van en het
aantal vellen dat wordt gebruikt voor het afdrukken
van het aanpassingspatroon.
❏ Papierrol: circa 156 mm
❏ Los vel: 2 vellen A4 of groter
A
Raak vanuit het startscherm de volgende opties
aan.
❏ Papierrol
Papierrol informatiegebied — Media
aanpassen
❏ Losse vellen
Papierinstelling — Los vel (1 vel) — Media
aanpassen
B
Druk op Papiertoev. Aanpass. —
Handmatig — Start.
Het afdrukken van de eerste set
aanpassingspatronen wordt gestart.
c
Belangrijk:
Wanneer u de papierrol gebruikt terwijl de
automatische papiersnijder is uitgeschakeld,
kan het papier niet worden verwijderd om de
tweede set patronen af te drukken, ook al is
het afdrukken van de eerste set patronen
voltooid. Trek niet aan het bedrukte papier.
C
Voer de numerieke waarde in voor het patroon
met de minste strepen in het afgedrukte
aanpassingspatroon voor #1 en raak volgens
Aanpassing #2 aan.
In het volgende voorbeeld heeft patroon 0 de
minste strepen. Hiervoor zou u dus 0 invoeren.
Problemen oplossen
Als er geen verschil is tussen de twee naast
elkaar gelegen patronen en u niet zeker weet
welke het beste is, voert u de tussenliggende
numerieke waarde in. Als u bijvoorbeeld niet
zeker weet of u patroon 0 of 2 moet invoeren,
voert u 1 in.
D
Selecteer het afstelpatroon van #2 op dezelfde
manier als voor #1.
E
Raak OK aan.
Het afdrukken van de tweede set
aanpassingspatronen wordt gestart. Voor losse
vellen kleiner dan A2-formaat laadt u het
tweede vel papier.
c
Wanneer u de papierrol gebruikt terwijl de
automatische papiersnijder is uitgeschakeld,
wordt het deel met de eerste set patronen
erop in de printer getrokken om de tweede set
patronen af te drukken. Raak het papier niet
met uw handen aan.
F
Voer de numerieke waarde in voor het patroon
met de minste strepen in het afgedrukte
aanpassingspatroon voor #1 en raak volgens
Aanpassing #2 aan.
In het volgende voorbeeld heeft patroon 0 de
minste strepen. Hiervoor zou u dus 0 invoeren.
Als u niet zeker weet welke van de twee
aangrenzende patronen de beste is om te
kiezen, selecteert u het patroon waarvan u
denkt dat deze de minste strepen heeft. U kunt
de numerieke waarde die er tussen komt niet
invoeren.
G
Selecteer het afstelpatroon van #2 op dezelfde
manier als voor #1.
H
Raak OK aan.
210
Belangrijk:
Advertenties
Inhoudsopgave
Probleemoplossen
