Toetsen in hoofdscherm enkele test:
Test/meetfunctie selecteren:
<SPANNING> Spanning en frequentie plus f
<DOORGANG> Doorgang en potentiaalvereffening.
<ISOLATIE> Isolatieweerstand.
<Z-LINE> Netimpedantie.
<Z-LOOP> Circuitimpedantie.
<RCD> Test aardlekschakelaar.
/
<AARDE> Aardverspreidingsweerstand.
<STROOM> Stroomtang.
<VARIS
<SENSOR> Verlichting.
De volgende functies zijn alleen beschikbaar wanneer het IT
voedingssysteem is geselecteerd (zie § 4.10.2.1 -
Spanningssysteem instelling)
<IMD
<ISFL> Meting van eerste fout lekstroom.
/
Subfunctie in geselecteerde meetfunctie selecteren.
TEST
Geselecteerde test/meetfunctie starten.
TAB
Veld testparameters binnengaan.
ESC
Modus enkele testwerking verlaten.
Gemeten resultaten bewar n/opgeslagen resultaten
MEM
terughalen.
To sen in v
et
eld testparameter:
/
Meetp
/
De geselecteerde parameter wijzigen.
Naar hoofdmenu enkele test terugkeren.
TEST, TAB,
ESC
Algemene
regel voor het instellen van limieten voor de evaluatie van de
meting/het testresultaat:
UIT
Geen limietvergelijking
Limiet
Limiet AAN - vergelijking ingesteld
AAN
Limiet Waarde – ond
* Soort limietw
aarde is afhankelijk van de specifieke functie.
Zie § 6 - Het uitvoer
over de werking van het instrument bij functies voor individuele testen.
TOR
TEST> Test overspanningsbeveil
check> Test isolatie monitorapparaat.
arameter selecteren.
ergrens/bo
en van testen met de Instaltest XA voor me
41
Werken met de Instaltest XA
asevolgorde
e
vengrens *
.
iger.
er informatie
Rev 001