Als de waakvlam is ontstoken, houd dan de bedieningsknop nog minimaal 30
seconden ingedrukt om het thermokoppel te activeren. Nu kunt u de
bedieningsknop loslaten.
5. Draai de bedieningsknop naar de hoogste stand (high) en laat de
terrasverwarmer zo 5 minuten branden. Hierna kunt u de bedieningsknop op het
gewenste vermogen draaien.
Opmerking: De terrasstraler moet minimaal 5 minuten geheel uitgeschakeld zijn,
voordat deze opnieuw wordt ontstoken.
Het uitzetten van de terrasstraler
1. Draai de kraan op de gasfles helemaal dicht.
2. Draai de bedieningsknop naar de PILOT-stand.
3. Duw de bedieningsknop in en draai hem naar de OFF-stand.
Aansluiten en verwisselen gasfles
Voor het verwisselen van de gasfles hebt u een verstelbare schroefsleutel nodig.
Verwissel de gasfles buiten, zonder open vuur of vonken in de buurt. Draai de
gasfles nooit om en leg hem niet neer.
Controleer de nieuwe gasfles op beschadigingen en de aansluiting op de
drukregelaar op een feilloze afsluiting. Als u schade of hapering vermoedt, wissel
de gasfles dan om bij uw gasleverancier.
Controleer of de gaskraan op de lege én nieuwe gasfles dichtgedraaid is (de
gaskraan zo ver mogelijk met de klok mee gedraaid). Controleer of de afdichting
van de gaskraan op de nieuwe gasfles in goede staat verkeert. Gebruik geen
aanvullende afdichtingen.
Open de deur van de gasflesbehuizing en neem de lege gasfles eruit.
Draai de drukregelaar (rechtsom) met een verstelbare schroefsleutel los van de
lege gasfles.
Controleer of de gasslang geen draaiingen of knikken vertoont.
Voordat u de gasdrukregelaar op de nieuwe gasfles monteert, controleer of het
zwarte afdichtingsrubber aanwezig is in de wartelmoer en in goede staat
verkeert. Schroef de wartelmoer van de drukregelaar met de hand tegen de klok
in (linkse draad) op de gasflesaansluiting van de volle gasfles. Draai hem
tenslotte met de verstelbare schroefsleutel na: de afdichting moet lekkagevrij
zijn, maar beschadig hem niet door té strak na draaien!
Voer een complete controle op gaslekkage uit.
Plaats de gasfles in de gasflesbehuizing en sluit de deur.
Opslag
Controleer of de kraan van de gasfles goed gesloten is
Verwijder de gasdrukregelaar en de slang van de gasfles
Controleer de gasfles op beschadigingen en de drukregelaar op een feilloze
afsluiting. Als u schade of hapering vermoedt, wissel de gasfles dan om bij uw
gasleverancier.
17