Basisstation en handset beveiligen
Toetsen indrukken:
Instell. Basis
]]]]]]]]]]]]]]]]]]]]]]]]]]]]]]]]
Spec. Functies
]]]]]]]]]]]]]]]]]]]]]]]]]]]]]]]]
Noodnummer
]]]]]]]]]]]]]]]]]]]]]]]]]]]]]]]]
Opslaan
]]]]]]]]]]]]]]]]]]]]]]]]]]]]]]]]
48
Noodnummer bellen
Let op!
U kunt deze functie alleen gebruiken als u op de
handset extern kiezen hebt geblokkeerd (zie pagina
47).
Noodnummer opslaan en wijzigen
In de standaardinstelling zijn het alarmnummer 112 en
het nummer 0112 geprogrammeerd. U kunt ook een
ander noodnummer opslaan. De opgeslagen nood-
nummers gelden voor alle handsets.
Als op uw handset extern kiezen is geblok-
keerd, kunt u toch nog deze noodnummers
A
kiezen.
Menu openen.
Selecteren en bevestigen.
Selecteren en bevestigen.
3
Selecteren en bevestigen.
PIN-code invoeren (standaardinstelling 0000) en
bevestigen.
Een reeds opgeslagen noodnummer verschijnt en kan
3
worden gewijzigd.
A
Noodnummer (max. 16 cijfers) invoeren of wijzigen.
Menu openen.
Noodnummer opslaan.
Noodnummer bekijken en bellen
Als op uw handset extern kiezen is geblok-
keerd, kunt u toch nog deze noodnummers
kiezen.
!
Verbindingstoets indrukken.
44/457
Displaytoets indrukken. Voorgeprogrammeerde en de
door u opgeslagen noodnummers worden weerge-
geven.
Gewenste noodnummer selecteren.
De verbinding wordt tot stand gebracht.
Als het nummer van de buitenlijn (zie pagina 65)
is ingesteld, wordt dit zowel bij noodnummers
als bij de bellerslijst automatisch voor het
nummer geplaatst.