Scherpstelstanden en zelfontspanner
U kunt de macro- en de landschapsstand selec-
teren door op de links-toets van de stuureenheid
te drukken (1) totdat de gewenste stand ver-
schijnt. De actieve stand verschijnt in de linker
bovenhoek van de LCD-monitor.
Macro – voor dichtbij-opnamen. De kortste
afstand is afhankelijk van de zoomstand van het
objectief.
Groothoekstand
6 cm – oneindig
Is de opnameafstand kleiner dan de afstand tot
het begin van het flitsbereik (zie blz. 51), dan zal
overbelichting het resultaat zijn. Wilt u niet dat er
geflitst wordt, kies dan de stand Flitser uit (blz.
29).
Bepaal de beeldindeling via de monitor. Gebruik
van een statief is aan te bevelen. Macro kan in
combinatie met de zelfontspanner worden
gebruikt, zie hieronder.
Landschap – scherpstelling wordt ingesteld voor vergezichten. Gebruik van een statief is aan te beve-
len in de schemering of bij bewolkt weer, omdat de sluitertijden lang kunnen zijn. In deze stand is de
flitser uitgeschakeld. De landschapsstand kan ook met de zelfontspanner worden gebruikt.
Opnametips
Bij langetijdopnamen en dichtbijopnamen valt cameratrilling eerder op. Plaats in dit soort situa-
ties de camera op statief en maak de foto met behulp van de zelfontspanner, zodat het indruk-
ken van de zelfontspanner geen trilling kan veroorzaken.
30
Opname – basishandelingen
Telestand
50 cm – oneindig
1
Macro
Landschap
Zelfontspanner
Macro / Zelfontspanner
Landschap / Zelfontspanner